18-04-2019

Verslag ECP deelnemersspecial: Human Rights & AI in World Perspective

“AI is likely to be either the best or worst thing to happen to humanity.” Deze quote van Stephen Hawking geeft het spanningsveld tijdens de bijeenkomst Human Rights & Artificial Intelligence in World Presepctive goed weer. Op donderdag 11 april werd in de Humanity House in Den Haag gesproken en gedebatteerd over de kansen en gevaren van kunstmatige intelligentie in relatie tot mensenrechten. Gedurende de middag kwamen er ook andere belangrijke thema’s aan bod: hoe verhoudt AI zich in relatie tot de Sustainable Development Goals? En is een AI beleid op mondiaal niveau mogelijk? De middag werd geopend door Daniël Frijters van ECP|Platform voor de InformatieSamenleving. Frijters benadrukte het belang van het vinden van het juiste perspectief wanneer over kunstmatige intelligentie wordt gesproken. AI is interdisciplinair en onze perceptie ervan is dus ook afhankelijk van de discipline waarin de technologie terug te vinden is. De Artificial Intelligence Impact Assessment van ECP is geschreven met deze interdisciplinariteit in het achterhoofd en kan ook bijdragen aan het in stand houden van mensenrechten wanneer nieuwe AI technologieën worden geïmplementeerd. Bij mensenrechten in relatie tot AI gaat het nog een stap verder. AI beleid moet ook wereldperspectief overschrijdend zijn, rekening houdend met zowel nationaal als internationaal recht en cultuurverschillen van landen wereldwijd. Marriët Schuurman, mensenrechten ambassadeur van het ministerie van Buitenlandse Zaken sprak tijdens de bijeenkomst over de processen die op dit moment op multilateraal niveau spelen in het AI speelveld. Schuurman stelt dat het van groot belang is dat ook voor deze nieuwe technologieën oude regelgeving nog steeds moet gelden. Schuurman gaf ook aan dat mensenrechten ook als ‘guideline’ voor kunstmatige intelligentie kunnen dienen. Het probleem is echter dat de perspectieven op deze mensenrechten nogal verschillen in de internationale politiek. Twee perspectieven staan lijnrecht tegenover elkaar. Aan de ene kant de landen die het Internet open en vrij willen houden en aan de andere kant de landen die pleiten voor een ‘state-controlled cyberspace’. Een goed voorbeeld is de manier waarop China zich opstelt tegenover privacy. “Wie mag de mondiale normen en waarden voor kunstmatige intelligentie schrijven, dat is een belangrijke vraag in de internationale politiek op dit moment”, aldus Schuurman. Om AI ook in te zetten voor het bevorderen van mensenrechten zijn een aantal dingen belangrijk volgens Tin Geber, Social Innovation Specialist bij Hivos. Ten eerste heeft AI goede modellen nodig. Hiervoor is veel meer geld nodig, want op dit moment is er vaak nog een mismatch. Daarnaast is een goed AI systeem afhankelijk van een goede kwaliteit data: “if we put garbage in we also get garbage out of the system”. Goede kunstmatige intelligentie alleen is echter niet genoeg. AI moet ook begrijpelijk zijn en er moeten algemene richtlijnen (‘building codes’) komen. Deze richtlijnen zijn onder andere terug te vinden in de ‘seven AI principles’ van Google. Arjan El Fassed, Head of Public Policy & Government Relations Google, liet in zijn presentatie zien hoe Google omgaat met verschillende perspectieven die er wereldwijd bestaan over AI Governance. El Fassed benadrukte vooral het belang van transparantie. Google probeert ten alle tijden uit te leggen hoe bepaalde keuzes van hun algoritmes tot stand zijn gekomen. Explainability stond in zijn presentatie dan ook centraal. Het positieve verhaal van Google laat zien dat er al heel veel mogelijk is met AI, mits de randvoorwaarden centraal staan. Dit is ook het uitgangspunt in het onderzoek van Judith Alkema en Sophie de Maat, twee studenten van Universiteit van Wageningen. Zij deden in opdracht van de Verenigde Naties onderzoek naar de rol van AI in het bevorderen van de sustainable development goals. De opdracht vanuit de Verenigde Naties was het in kaart brengen van de kansen die kunstmatige intelligentie kunnen bieden, echter zien Alkema en de Maat in hun onderzoek dat de randvoorwaarden voor betrouwbare AI nog niet op pijl zijn. Ze stellen dat er nog steeds een ‘governance gab’ te vinden is. Deze moet eerst gedicht worden, voordat er gekeken kan worden naar toepassingen van AI in de SDG’s. Volgens Alkema en de Maat hebben de Verenigde Naties een plicht om zich in te zetten voor een gezamenlijke ‘declearation’ en kunnen ze ook helpen bij het vormen van ‘best practices’ omtrent AI en mensenrechten. Hoe zorgen we voor mondiale normen en waarden omtrent kunstmatige intelligentie? Een belangrijke vraag waarbij het antwoord niet voor het oprapen ligt. Wat wel duidelijk is geworden tijdens de bijeenkomst, is dat AI mogelijkheden afhankelijk zijn van goede governance en mondiale randvoorwaarden. Een speler als de Verenigde Naties moet hier een leidende rol in vervullen. Er liggen hele mooie kansen in het verschiet, maar deze worden niet vanzelf verzilverd.

Presentaties

Presentatie Arjan El Fassed  Presentatie Daniel Frijters  Presentatie Marriet Schuurman  Presentatie Tin Geber