Belangrijkste conclusies
- De digitale infrastructuur is een uitgebreid en dynamisch ecosysteem, onderhevig aan een brede en veranderlijke thematiek.
- Er is een risico van verwaarlozing van de digitale infrastructuur, maar er zijn ook velerlei initiatieven rondom dit thema, gericht op economische positie, strategisch belang, en duurzaamheid.
- Het programma Future Network Services (FNS) omvat het hele ecosysteem, van chips tot toepassingen, met focus op software.
- Er is een grote afhankelijkheid van bestaande Cloud-infrastructuur, en de uitdaging van Cloud portabiliteit ligt in de verticale decompositie van technologielagen.
Samenvatting
Waren we 25 jaar geleden nog collectief doordrongen van het belang van connectiviteit, tegenwoordig nemen we onze hoogwaardige digitale infrastructuur voor lief. De digitale infrastructuur behoeft echter aandacht om ook in de toekomst beschikbaarheid, kwaliteit en veiligheid van ons digitaal systeem te garanderen.
Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) is daarom begonnen met de ‘Staat van de Digitale Infrastructuur’: een breed onderzoek naar de digitale infrastructuur en haar aandachtspunten. Jorn van Steenis heeft namens EZK een overzicht gegeven van verschillende thema’s en aandachtspunten in dit onderzoek. De verwachting is dat de Staat van de Digitale Infrastructuur begin 2024 gereed zal zijn en door het nieuwe kabinet gebruikt kan worden als basis voor nieuw beleid.
“Het is mooi dat we ons nu geen zorgen hoeven te maken over connectiviteit, maar het risico is dat we geen aandacht geven aan de toekomst van die digitale infrastructuur en dat we niet zorgen voor toekomstige beschikbaarheid, kwaliteit, veiligheid en duurzaamheid.” – Jorn van Steenis (EZK)
“De komende jaren zullen we vormen van disruptie zien die bestaande businessmodellen onder druk zetten, maar die ook kansen zijn op innovatie om die digitale infrastructuur naar een hoger plan te krijgen” – Jorn van Steenis (EZK)
Pieter Nooren van TNO heeft uitgelegd wat de digitale infrastructuur nou precies ís. Dit deed hij vanuit drie perspectieven: middels de hard- en software stack, op geografisch niveau en op basis van benodigde bronnen zoals standaarden, vakmensen, patenten en grondstoffen. Verder lichte hij toe hoe TNO specifiek bijdraagt aan de ontwikkeling naar 6G middels het programma Future Network Services (FNS), om zo de krachten van – en kansen voor – Nederland te benutten rondom connectiviteit.
“De ontwikkeling van 6G is veranderd in een race om technologie, markt en strategische invloed vanaf 2030. Als je niet aanhaakt ben je een deel van je digitale invloed kwijt, en laat je een hoop geld liggen.“ – Pieter Nooren (TNO)
Erik Langius van TNO heeft als laatste toegelicht hoe Nederland (samen)werkt aan een federatieve Cloud, waarin de technologielagen van het Cloud-landschap uit elkaar getrokken en uitwisselbaar worden gemaakt. Ook qua (Europese) regelgeving staat er veel te gebeuren in dit kader. Zo hebben de sprekers de digitale infrastructuur uitgebreid belicht en geïllustreerd hoe Nederland haar toekomstbestendig maakt via verschillende initiatieven.
“De mogelijkheden om over te stappen op andere Clouds zijn erg lastig, terwijl het Cloud gebruik groeit en het EU aandeel in Cloud alleen maar daalt, dat is een situatie om iets aan te doen.” – Erik Langius (TNO)