Op dinsdag 11 april van 15.00 tot 18.00 vond de ECP Deelnemersspecial ‘De dynamiek rond de digitale euro: welke kant gaat het op in Europa?’ plaats in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Inleiding
Tijs Koops (ECP | Platform voor de InformatieSamenleving) geeft een kort overzicht van de eerdere bijeenkomsten rond dit onderwerp. Deze ECP Deelnemersspecial is een vervolg op eerdere sessies die ECP samen met partners heeft georganiseerd over de digitale euro / Central Bank Digital Currency (CBDC). Zo heeft er een keynote presentatie plaatsgevonden over CBDC door Simon Lelieveldt tijdens de DBC Conferentie in juni 2022, een panel sessie tijdens het ECP Jaarfestival met o.a. Tweede Kamerlid Mahir Alkaya en eind januari een presentatie over digitale euro en privacy door Bert Slagter tijdens de Nationale Privacy Conferentie.
Korte historie van het geldverkeer
Jacob Boersma (WarrenBrandEis) schetst in een paar grote lijnen de historie van de maatschappelijke en economische functie van geld. Iets kan de functie van geld vervullen als het een min of meer vaste waarde vertegenwoordigt (niet te veel fluctueert), het gemakkelijk is om mee te handelen (bijvoorbeeld: is bij een transactie een derde partij nodig om die vast te leggen) en gebruikt kan worden als een eenheid (mag ik voor vijf euro appels?).
Toen de kerfstok (van ‘wat op je kerfstok hebben’) en het krijt (van ‘bij iemand in het krijt staan’) werden vervangen door munten, werd het steeds onhandiger en onveiliger om met fysieke munten te betalen en werden deze vervangen door papieren representaties van fysieke munten, zoals biljetten, cheques en brieven aan toonder.
Toen steeds meer transacties niet meer realtime en fysiek op hetzelfde moment plaatsvonden, tussen mensen die elkaar zagen en kenden, werden deze papieren representaties van munten vervangen door digitale systemen: elektronisch betalen, tikkies en mobiel bankieren.
Al die digitale transacties worden bijgehouden in een digitaal kasboek, beheerd door een bank of service provider. Die partij bewaakt dat iemand geen geld uitgeeft wat iemand niet heeft. De digitale euro is voor veel mensen de euro die op hun bankaccount staat. De digitale euro, waar we vanmiddag over spreken, brengt echter weer wat terug van de fysieke euromunt in het betalingsverkeer. Een optie die de CDBC weer terug kan brengen (maar dit is een politieke keuze) dat er geen derde partij nodig is die die controle uitvoert en wie eigenaar is van geld. Net zoals contant geld kan de CDBC mogelijk weer anoniem van eigenaar wisselen, zonder dat er een bank of betaal-serviceprovider.
De stand van zaken van de digitale euro (CDBC)
Menno Broos (De Nederlandsche Bank) gaat in het op technische traject van de CDBC: dit is primair gericht op het verkennen van de techniek achter de CDBC. Er gaat een jarenlang traject aan vooraf met verkenningen en analyses voordat de verkenning van de technische aspecten plaats kon vinden. In de loop van 2023 is deze technische verkenning, naar verwachting, afgerond en is het aan de politiek om keuzes te maken over de doelstellingen: welke problemen met de CDBC worden opgelost en op welke manier. Dus: de vraag welke kant het op gaat met de digitale euro, ligt nu primair bij de politiek.
Welke kanten kán het opgaan met de digitale euro?
In gesprek met het publiek komen een aantal van die doelstellingen ter sprake, de dilemma’s en de werking van verschillende maatregelen.
1. Stabiliteit van het betalingsverkeer
De digitale euro kan een rol spelen bij de stabiliteit van het betalingsverkeer. Om dat te begrijpen is het nodig onderscheid te maken tussen publiek en commercieel geld. Banken geven commercieel geld uit. Contant geld is publiek geld.
Commercieel geld: banken kunnen onder voorwaarden dezelfde munt, die zij in beheer hebben gekregen, uitlenen aan verschillende anderen en daarvoor een vergoeding vragen: rente. De stabiliteit van deze constructie gaat wankelen, als de oorspronkelijke eigenaar de in beheer gegeven munt terugvraagt. Als veel eigenaren dat tegelijkertijd doen heeft de bank onvoldoende munten. De bank kan dan niet meer aan de verplichtingen aan de eigenaren van de munten voldoen en dan kunnen banken failliet gaan en de eigenaar is dan in principe het in beheer gegeven geld kwijt.
Publiek geld: de digitale euro kan slechts eigendom zijn van één persoon of partij en kan maar één keer uitgeleend worden. Het gedraagt zich als contant geld: het kan anoniem van eigenaar wisselen, kan maar op één plaats zijn en kan ‘opgepot’ worden: het hoeft geen rol te spelen in het economische verkeer. Door die eigenschappen kan het een rol spelen bij stabiliteit als tegenhanger van het commerciële.
In de zaal wordt in deze context het theaterstuk ‘de Verleiders’ genoemd, dat de terugkeer van een staatsbank bepleit. Een staatsbank kan het geld dat in beheer is gegeven niet uitlenen en is daardoor altijd in staat het in bewaring gegeven geld terug te geven. Hoe verhoudt zich dat idee met de digitale euro? De CDBC wordt door de Europese Centrale Bank uitgegeven maar is, net zoals bij contant geld, niet de beheerder. De CDBC heeft geen beheerder nodig (dat is de eigenaar zelf, die de digitale euro opslaat in een eigen Wallet), maar kan wel in beheer worden gegeven aan de commerciële banken. De eigenaar heeft dan wel de zekerheid dat de munt altijd terug kan worden gevraagd. Als de digitale euro deze extra zekerheid heeft, zou het publiek massaal kunnen kiezen voor de CDBC, voor publiek geld. Zo raakt de rol van commercieel geld mogelijk uitgespeeld en dit kan ten koste gaan van de economische functie van het commerciële geld. De gedachte is daarom dat iedere persoon slechts een gelimiteerde hoeveelheid digitale euro’s kan bezitten. Het andere deel moet in beheer worden gegeven bij banken (commercieel geld) of worden omgezet naar contant geld (ook een vorm van publiek geld).
2. Anonimiteit
De CDBC kan, net zoals het geval is bij contant geld, anonimiteit in het transactieverkeer weer terugbrengen. Voorbeeld: als iemand via de bank geld aan een politieke partij doneert of aan een bepaald doel, is traceerbaar van wie het geld afkomstig is. De CDBC kan, maar hoeft niet, die anonimiteit terugbrengen.Bij volledige anonimiteit komt meteen de vraag op óf en in hoeverre deze anonimiteit wenselijk is, vooral gezien de inspanningen die van banken en bedrijven worden gevraagd om de hoeveelheid zwart geld terug te dringen en geld dat is verkregen door criminaliteit op te sporen. De rol van anonimiteit bij de digitale euro moet door de politiek worden beantwoord.
3. Zeggenschap/monetair beleid
De digitale euro kan de zeggenschap over het geld in de Eurozone weer terugbrengen bij de Nationale en Europese banken. Het Europese geld wordt steeds meer beheerd door niet-Europese partijen, die vervolgens soms zelfs eigen munten op dat in beheer gegeven geld bouwen (denk aan bitcoins, stable-coins of de “Diem” van Meta). Dat is gemakkelijk in het internationale betalingsverkeer en biedt allerlei kansen voor nieuwe dienstverlening. Het biedt ook gevaren, zoals inzage in het bestedingspatroon en de voorkeuren van individuele consumenten. De Europese of nationale banken hebben geen invloed op de waarde van het geld dat wordt gemaakt en beheerd door commerciële partijen. Zij hebben daardoor minder instrumenten om bijvoorbeeld de gevolgen van een omvallende bank op te vangen, de hoogte van de schulden van de Europese lidstaten te beïnvloeden of de gevolgen van grote maatschappelijke catastrofe zoals de terugval van de economie door de coronacrisis of een zware recessie.
De CDBC zou (Europese en niet-Europese) commerciële partijen de vrijheid kunnen geven om publiek geld te beheren en tegelijkertijd zou dat geld onder het monetaire beleid van de Eurozone kunnen vallen.
4.Toegang en discriminatie:
Er kunnen allerlei redenen zijn om geen bankrekening bij een bank te kunnen openen. Denk aan het ontbreken van een fysiek huisadres (daklozen), na wanbetaling, een faillissement, fraude of omdat banken huiverig zijn om bedrijven in bepaalde sectoren te investeren (denk aan sekswerkers, coffeeshop houders, of bedrijven/restaurants in specifieke sector of ondernemers met een specifieke achtergrond). Bedrijven en personen zijn daardoor gedwongen om met contant geld te werken of via het illegale circuit te bankieren. Met de CDBC zouden ook deze bedrijven en mensen weer op een legale manier toegang tot ‘geld’ kunnen krijgen. Tegelijkertijd kunnen hiermee ook illegale activiteiten worden bekostigd. Hier ligt een duidelijk dilemma.
5.Programmeerbaar
Een fysieke munt heeft een aantal inherente eigenschappen: een fysieke munt is altijd ergens (in een kluis, portemonnee of oude sok onder de matras) en kan niet tegelijkertijd in het bezit zijn van twee verschillende eigenaren (alleen als de eigenaar de munt uitleent aan iemand anders). Bankbiljetten kunnen nauwelijks vervalst worden door echtheidskenmerken. De CDBC kan ook dit soort eigenschappen hebben. Die eigenschappen zijn niet inherent aan de digitale munt: ze moeten worden ingeprogrammeerd. De CDBC heeft bijvoorbeeld geen locatie meer nodig, maar dat zou wel een eigenschap van de munt kunnen worden. Daarnaast kunnen aan een digitale euro nog meer van die ‘inherente’ kenmerken worden meegegeven, zonder dat dat toezicht of registratie vergt of ten koste gaat van vertrouwelijkheid en anonimiteit. Wetgeving moet bepalen welke eigenschappen worden ‘ingeprogrammeerd’. Zo kwam de suggestie uit de zaal om in te programmeren dat automatisch bij een transactie behorende BTW wordt afgedragen of dat een munt alleen kan worden uitgegeven aan eerste levensbehoeften of aan onderwijs.
Het is echter lastig uitleggen aan het publiek hoe de techniek achter de digitale euro een munt programmeerbaar kan maken én privacy kan waarborgen en dat die programmeerbaarheid ook kan worden ingezet om anonimiteit op te heffen.
6.Digitale Identiteit en de CDBC
Een digitale munt vergt een veilige en betrouwbare digitale identiteit: voordat iemand eigenaar kan worden van een CDBC moet de identiteit van de persoon onomstotelijk vast staan. Waarom zware identificatie nodig is om vervolgens juist anonieme betalingen mogelijk te maken, lijkt paradoxaal. De DNB geeft echter aan dat dit nodig om te voorkomen dat personen meerdere digitale wallets met daarin CBDC aanhouden.
7.Verminderen van rol de rol van banken, innovatieve dienstverlening
De CDBC kan ingezet worden om de centrale rol van banken in het betalingsverkeer te verminderen, en innovatie en nieuwe vormen van financiële dienstverlening te stimuleren. In die nieuwe diensten rond de digitale euro kunnen veiligheid, privacy en betrouwbaarheid beter worden gegarandeerd dan bij commercieel geld. Banken kunnen een rol nemen in de CDBC, maar het niet behandelen als commercieel geld. De politiek is aan zet om hier grenzen vast te stellen.
De CDBC heeft wat dat betreft nieuwe mogelijkheden: zo zou de munt bijvoorbeeld de zekerheid geven van een ‘staatsspaarbank’ (die geen geld mag uitlenen), maar zonder dat er een instituut voor nodig is om dat te bewaken (dus meer anoniem).
8.Adoptie van de digitale euro
Een belangrijk vraagstuk is adoptie door de EU-inwoners. Of iets een betaalmiddel is of kan worden is afhankelijk van gebruik. Dat is mede afhankelijk van de transparantie en aantrekkelijkheid en daar zit een sterke culturele component aan. Waarom zou in een land als Duitsland, waar veel mensen cash betalen (en dus veel publiek geld in omloop is) de overstap maken naar de digitale euro? Wat is de meerwaarde van publiek geld en de CDBC in Nederland, waar het betalingsverkeer bijzonder efficiënt is en de banken onder streng toezicht staan? Het is moeilijk te voorspellen waar die meerwaarde zit. Mogelijk gaat de CDBC hetzelfde pad bewandelen als het internet en de mobiele telefoon: we konden ons indertijd niet voorstellen hoe internet en mobiele telefoon het leven zou veranderen. Die communicatieslag over de meerwaarde van de CDBC zal door door banken en door wellicht hele nieuwe financiële dienstverleners gedaan worden. Er is op zich geen business-case in het uitgeven en accepteren van digitale euro’s, maar, die zit wellicht in zaken er omheen.
Het antwoord: welke kant gaat het op met de Digitale Euro in Europa?
De vraag van deze middag, hoe het verder gaat met de digitale euro, is helder. De richting wordt vooral bepaald door de politiek. Het technische deel is de afgelopen jaren uitgewerkt door de nationale banken en de Europese Centrale Bank. Daar is het maatschappelijk middenveld op allerlei manieren bij betrokken geweest.
In de loop van 2023 moeten er knopen worden doorgehakt welke kant het nu op moet. Welke rol kan/gaat de digitale euro spelen in de stabiliteit van het Europese financiële systeem? Hoe belangrijk is anonimiteit in het betalingsverkeer (banken en ondernemers hebben zware verplichtingen om witwassen en fraude te signaleren voorkomen)? Welke (programmeerbare) eigenschappen krijgt de CDBC? Wat wordt de rol van digitale identiteit? Biedt de digitale euro voldoende mogelijkheden om aantrekkelijke diensten op te verlenen en gaat dat ten koste van de rol van banken? Waar blijft de maatschappelijke dienstverlening waar banken ook plichten toe hebben?
Het kost veel moeite om te begrijpen wat de impact is van al deze politieke keuzes en maatregelen. Voor een deel is die impact onvoorspelbaar en zullen er steeds kleine stapjes worden gezet. In Nederland heeft de Tweede Kamer bijvoorbeeld twee rapporteurs aangesteld die de politieke keuzes in kaart brengen en overzicht bieden. Veel van de onderwerpen die deze middag aan de orde kwamen worden in het eindrapport (opgeleverd in 2019) van deze rapporteurs in context geplaatst en geanalyseerd. Aanbieding eindrapport digitaal centralebankgeld van de rapporteurs A. de Vries en M.O. Alkaya | Tweede Kamer der Staten-Generaal
Sprekers
Jacob Boersma
Jacob is adviseur op het gebied van online payments en cryptocurrency sinds 2011 en was grondlegger van het blockchain team bij Deloitte. Jacob is een erkend expert op het gebied van e-identity, is lid van het EUBOF expert panel en voormalig co-chair van de Identity Working Group van INATBA. Hij publiceert regelmatig over blockchain en decentrale digitale identiteit (Self- Sovereign Identity).
Menno Broos
Als projectleider digitale euro is Menno lid van de ‘Project Steering Group’ van het Eurosysteem-project dat momenteel onderzoek doet naar de mogelijke invoering van de digitale euro. Hij heeft een achtergrond als beleidsmedewerker in het wholesale betalingsverkeer bij de De Nederlandsche Bank. Hiervoor heeft Menno gewerkt bij de ECB en in de divisie financiële stabiliteit van DNB.