19-04-2011

Workshop ICT en productiviteitsgroei

Op 24 maart jl. had in de Sociaal-Economische Raad onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan een workshop plaats over productiviteitsgroei en ICT. Het doel was te spreken over maatregelen die op relatief korte termijn de economie een impuls kunnen geven en ook bijdragen aan maatschappelijk welzijn. Het ministerie van EL&I gebruikte de bijeenkomst als input voor de Digitale Agenda die binnenkort naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Productiviteitsgroei staat, gegeven de betekenis voor economische groei en de demografische ontwikkelingen, hoog op de agenda.
 

De discussie over de rol van ICT in productiviteitsgroei is actueel:
 

–       inmiddels wordt algemeen erkend dat ICT volop bijdraagt aan economische groei. Onlangs heeft Barroso nog gezegd dat 50% van de groei in Europa te danken is aan ICT;

–       vergrijzing en welvaartsziekten (diabetes, obesitas, hart- en vaatziekten) bedreigen zowel productiviteit als welzijn;

–       daarnaast is er mondiale problematiek: vraagstukken rond onder meer klimaat, energie, grondstoffen en bevolkingsgroei maken het nodig dat we ons minder op economische groei en meer op maatschappelijk rendement en kwaliteit van leven richten (meer en slimmer met minder);

–       er is een nieuw kabinet dat onder meer een bezuiniging van 18 miljard euro in de huidige kabinetsperiode wil realiseren. Dat kan alleen met ICT verwezenlijkt worden (maar ICT komt vrijwel niet voor in het regeerakkoord);

–       het kabinet bezuinigt ook op innovatiegelden terwijl meer onderzoek en innovatie in ICT nodig is.

 

Kansrijke mogelijkheden om de productiviteit te verhogen die geopperd werden waren:

 

1. Sociale netwerken gaan grote impact hebben, bijvoorbeeld bij:

–       betrokkenheid van burgers bij politiek en bestuur;

–       actieve participatie van burgers om onze samenleving te verbeteren: meedenken (gebruik ‘wisdom of the crowds’) maar ook daadwerkelijk handelen. Een goed voorbeeld daarvan is het project Clean Estonia: in Estland is in een dag 10.000 ton zwerfvuil uit de natuur opgeruimd door 50.000 burgers, georganiseerd via sociale netwerken – een prachtig voorbeeld van een mooi resultaat dat vrijwel zonder budget is gerealiseerd;

–       sociale netwerken hebben ook belangrijke impact op het bedrijfsleven. Ze leiden tot nieuwe vormen van samenwerken en kennisdelen en dragen zo bij aan productiviteit en innovativiteit. Evenals bij het ‘nieuwe werken’ vraagt dit aanpassing van leiderschapsstijl en organisatie.

 

2.  Toepassing van e-Health kan binnen bedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van ziekteverzuim als gevolg van (chronische) welvaartsziekten en daarmee bijdragen aan het welbevinden van werknemers en het verbeteren van de productiviteit. Kleinschalige pilots hebben veelbelovende resultaten opgeleverd, het is nu zaak om grootschalige projecten te starten.

 

Investeren door creatief hergebruik en herprofilering van bestaande ICT-oplossingen. Denk aan rekeningrijden via trajectcontrole. Maar ook een EPD om contra-indicaties te voorkomen via de declaratiefabriek van de verzekeraars (VECOZO). Organiseer daarom een soort van VECOZO voor gemeenten voor elektronisch declaratieverkeer. De WMO gaat veel  facturenstromen opleveren en dito controlemechanismen. Bij de WMO zijn vele thuiszorginstellingen die voor diverse gemeentes werken. Er is een diversiteit aan registratiesystemen en nog weinig standaardisatie. Verder is er nog een ‘eigenbijdrageproblematiek’. Honderden gemeenten en veel thuiszorgverrichtingen moeten veel kunnen opleveren. Herprofilering van bestaande systemen zorgt ervoor dat je dit soort zaken op korte termijn kunt uitvoeren met hopelijk niet al te hoge of risicovolle investeringen.

 

3. Het nieuwe werken. Positieve effecten: minder files, energiebesparing, kan door meer flexibiliteit de arbeidsparticipatie (man/vrouw) en motivatie van werknemers vergroten. Maar dit eigentijds werken heeft ook consequenties voor organisaties, leiderschap enzovoort. Wat kunnen we doen om deze ontwikkeling te bevorderen ?

 

4. ICT heeft enorme potentie maar daar kunnen we als land alleen voldoende gebruik van maken als het onderwijs zorgt voor de ontwikkeling van de goede ICT-skills in alle opleidingen. Het onderwijs kan daar alleen voor zorgen als voldoende wordt geïnvesteerd door de overheid. Dit is een inferred benefit: als je over twintig jaar geen ICT-kennis importland wilt zijn dan moet je nu actie ondernemen.

 

5. Er zou een aantal voorbeeldprojecten gestart moeten worden die, in publiekprivate samenwerking, vanuit een integrale visie een aantal maatschappelijke problemen aanpakt met ICT in living labs. Ga daarin met bewezen en bestaande middelen creatief aan de slag om daarmee innovatie te plegen. Voorbeeld: de politie die kentekens van criminelen volgt zodat ze veel betere bewijsvoering hebben. Uiteraard moet dergelijk gebruik van bestaande technologie en systemen wettelijk eerst goed worden geborgd (privacy) maar het idee van slim hergebruik van de trajectcontrole data biedt efficiencywinst.  Het is van belang naar de  obstakels in regelgeving  te kijken: als slim hergebruik van data mogelijk wordt door slechts wetwijziging biedt dat kansen op winst met lage investeringen in technologie.

Ook heeft het zin goed naar de administratieve afhandeling van factuurstromen tussen (semi)overheden, burger, en leveranciers/producenten te kijken.  Als ‘koppelvlakken’ worden vergroot door knooppunten te maken, verhoogt dat de productiviteit. Voorbeeld: de factuurstromen tussen energiemaatschappijen of belastingdienst en de woningbouwcorporaties. Voor alle corporaties en energiemaatschappijen en/of de belastingdienst moeten we denken aan honderdduizenden facturen maandelijks. Die moeten allemaal gemaakt, ingeboekt, uitgecheckt, betaalbaar gemaakt etc. worden. Via een digitaal koppelvlak scheelt dat vele FTE’s op jaarbasis. Het idee is om die grote factuurstromen in kaart te brengen, en daar koppelvlakken voor te bedenken of bestaande te gebruiken om zo efficiëntie te bereiken.