26-06-2014

Internet of Things: tijd voor maatschappelijke (inter)actie?

We zijn meer ‘connected’ dan ooit. Al in 2008 waren er meer ‘things’ verbonden met het internet dan dat er mensen zijn: smartphones, tablets, PCs, maar ook sensors (camera’s, temperatuurmeters, etc.) en ‘dingen’ die aangestuurd via internet tot actie te komen. Internet of Things (IoT) neemt een vlucht, maar gaat dat wel zoals zou moeten? Of zoals we zouden willen? Waar staan we en wat is er mogelijk? Hebben we invloed op de ontwikkeling? Of is het tijd voor maatschappelijke (inter)actie?

Ben van Lier (Centric) lichtte de ontwikkeling van Internet of Things en de rol ervan bij de totstandkoming van Smart Industries toe. Van Lier neemt ons mee in de geschiedenis van IoT die al begint in 1991.Volgens Van Lier is het Internet of Things het gevoel van overvallen worden door de technologie. “We zullen moeten leren dat we niet alles kunnen beheren.”

Maurits Butter (TNO) vertelde over de industrie die radicaal verandert dankzij de steeds verdergaande integratie van ICT in het hele proces van ontwerpen, fabriceren en distribueren. Het Smart Industry Rapport dat recent is aangeboden aan premier Rutte laat zien dat dit mede komt door de sterke positie van Nederland in design, systeemontwerp en logistiek. Smart industry biedt kans om maakindustrie weer terug te halen naar Nederland. Door de komst van ICT is het bijvoorbeeld mogelijk om samen met de klant producten te ontwerpen. Op die manier worden nieuwe diensten gecreëerd. Dit betekent ook dat personeel zal moeten worden bijgeschoold en nieuwe businessmodellen en veranderingen zullen ontstaan in de waardeketen. Butter staat ook stil bij de uitdagingen voor de ICT sector, zoals cybersecurity. Want als alles afhankelijk wordt van dat ene netwerk dan vraagt dat veel van de betrouwbaarheid en weerbaarheid.

Tot slot nam Maarten Botterman (GNKS Consult) ons mee langs de beleidsaspecten van Internet of Things en stond stil bij de vraag: is het tijd voor maatschappelijke (inter)actie? Volgens Maarten gaan we steeds meer toe naar een maatschappij die steeds meer betrokken is. Dit vraagt er dan ook om hen te betrekken. Maarten geeft aan dat we nu moeten nadenken over de wereld van later. Wat gebeurt er als verschillende internet of things-oplossingen aan elkaar worden gekoppeld en er overal data wordt verzameld? Maarten Botterman geeft ons 5 aandachtsgebieden mee; governance, big data, security, Ethiek, spectrum.

Het debat start over het vormgeven van de beperkingen. Is het Amerikaanse voorbeeld zalig makend met beperkingen op gebruik? Of kijken we naar de grondrecht, zoals we dat wel vaker doen in Nederland?

Maar van wie is de data die wordt verzameld door een machine? Van de datavergaarder (het apparaat) of van de eigenaar van het apparaat? Ben van Lier voegt hier aan toe dat het gevaar zit in de dingen waarvan we denken dat daar geen informatie inzit. Het doelwinningsprincipe wordt opgegooid en er wordt gepleit voor data minimalisatie.

Maurits Butter geeft aan beleid op het gebied van Internet of Things noodzakelijk te vinden, volgens hem gaat IoT juist om het creëren van samenwerking en daarbij kan beleid zorgen voor ‘olie tussen de radars’.

De toekomst wordt positief ingeschat. We hoeven niet bang te zijn voor de werkgelegenheid, zeggen de drie sprekers. Bepaalde banen zijn altijd nodig en die kunnen niet vervangen worden door machines. Tegelijkertijd bieden die ook nieuwe mogelijkheden en nieuwe banen.

In het maatschappelijk debat wordt iedereen opgeroepen bij zichzelf na te gaan wat je wilt en wat niet? Wat is ethisch? Dit laatste blijkt een rekbaar begrip dat zich al jaren laat meebewegen op de conjuctuur. Maar wat brengt het ons? En wat kost het ons? Die discussie moeten we voeren. En niet alleen de industrie. De oproep is dus een dialoog met elkaar aan te gaan. Waar kan ik bijsturen? Hoe gaan we hier mee om? En niet op voorhand verbieden. Maarten Botterman stelt dat we steeds meer multidisciplinaire vragen zullen krijgen en er over zullen moeten nadenken. Zou er bijvoorbeeld een ‘noodrem’ moeten worden ontwikkeld?

Van Lier geeft het advies mee: “Probeer te begrijpen wat er gebeurt, ook op de lange termijn”.

Maurits Butter zegt: “Anticipeer op dat gene dat gaat komen”.

Maarten vraagt de aanwezigen na te denken over de vraag: In wat voor wereld wilt u dat uw kinderen straks leven? Wat moeten we nu doen om daar te komen?

Aan de rechterkant van deze webpagina kunt u de presentaties nog eens nalezen.