22-04-2014

ECP aan het woord in iBestuur Magazine: Maak toegang tot zorg makkelijk en zet in op toezicht

Gemeenten zien zich geplaatst voor een forse uitdaging van enerzijds bezuinigen en anderzijds maatwerk bieden in de zorg. Zij krijgen te maken met een grote diversiteit aan partijen, heel veel informatie en een politieke druk om verantwoording af te leggen. Ze staan echter niet alleen voor dit soort dilemma’s. Want ook andere sectoren worstelen met complexe regelgeving, een beter en betaalbaar toezicht en minimale administratieve lasten. Dat men daarin van elkaar kan leren, stond centraal tijdens een deelnemersbijeenkomst van ECP in september vorig jaar.

Rode draad
Er zit een rode draad in de manier waarop in veel sectoren de samenwerking tussen toezichthouder en onderneming is ingericht: ondernemingen en organisaties krijgen veel ruimte om op basis van eigen inzicht beslissingen te nemen over hoe ze willen voldoen aan de wettelijke kaders. In ruil daarvoor moeten zij hun organisatie en hun ICT zo inrichten dat ze in staat zijn om continu te monitoren waar er (gevaarlijke of risicovolle) afwijkingen ontstaan en daar onmiddellijk actie op ondernemen. De toezichthouder kan (al dan niet online) meekijken. Bij afwijkingen gaan bedrijf en overheid in gesprek; er worden niet meteen sancties opgelegd. Het bedrijf krijgt de kans om maatregelen te nemen om fouten in de toekomst te voorkomen. Dit levert ondernemingen veel voordelen op. Zo komt het in de export nauwelijks meer voor dat een exportzending door de overheid wordt tegengehouden, omdat in de keten allerlei waarborgen zijn ingebouwd dat zendingen in orde zijn. Het levert de overheid ook voordelen op, want door vroegtijdig overleg en ingrijpen worden incidenten voorkomen. Deze manier van transparant toezicht leidt er bovendien toe dat ondernemingen en overheid minder vaak verzeild raken in dure en tijdrovende conflicten, die voor geen van beide partijen wenselijk zijn.

Gemeenten
Gemeenten kunnen bij hun nieuwe taken voor zorg en welzijn leren van dit transparante toezicht in andere sectoren. Zij moeten immers hun nieuwe taken organiseren en in de gaten houden of de juiste zorg op doelmatige wijze is verleend. Dit kunnen zij het best organiseren door zorgvragers en zorgverleners een grote mate van vrijheid te geven, zodat deze zelf de zorg kunnen inrichten. De toegang tot zorg moet gemakkelijk worden gemaakt en met weinig regels omkleed.
In ruil voor die vrijheid mag van de zorgvrager en de zorgverlener verlangd worden dat ze voor zichzelf en de toezichthouder vast kunnen stellen hoe doelmatig en effectief hun beslissingen zijn. Het gaat dan om gegevens die relevant zijn voor de zorgverlener en zorgvrager. Bijvoorbeeld over de kwaliteit van zorg in relatie tot de kosten. Daarvoor is het van groot belang dat er informatie komt over kwaliteit en kosten van zorg. Beroepsverenigingen spelen een belangrijke rol in het vaststellen van richtlijnen voor goede zorg en het vaststellen van relevante indicatoren, bij voorkeur in gesprek met patiëntenverenigingen. Daarnaast is benchmarking belangrijk om meer inzicht te krijgen: welke afwegingen maken andere zorgverleners of verzekeraars in vergelijkbare situaties? Wat bieden zorgverleners in andere gemeenten? Verzekeraars spelen hier ook een belangrijke rol, als zij de zorgkosten per gemeente of groep zorgverleners inzichtelijk maken. Dat overzicht is er nu nog niet; daar ligt een belangrijke opgave voor zowel verzekeraars als gemeenten en zorgverleners.

Transparantie
Gemeenten doen er goed aan om samen met zorgverzekeraars deze transparantie te realiseren. Met een systeem van richtlijnen en bewezen effectieve zorgarrangementen kunnen zorgvragers en zorgverleners hun eigen afwegingen maken. Gemeenten kunnen dan een aantal principes of uitgangspunten met zorgverleners en zorgvragers overeenkomen en zich vervolgens toeleggen op toezicht. Ze gaan in gesprek wanneer zorgverleners of zorgvragers afwijken van het gemiddelde en hebben, als ultieme stok achter de deur, de mogelijkheid om zorgverleners en zorgvragers hun autonomie van keuzevrijheid te ontnemen.
Op deze manier wordt voorkomen dat de decentralisaties leiden tot een woud aan regels en papieren tijgers. Ook worden tijdrovende en dure conflicten zo veel mogelijk vermeden. Alleen al uit kostenoverwegingen zou deze aanpak de voorkeur moeten hebben: een grote autonomie van zorgvrager en zorgverlener, gekoppeld aan hoge transparantie en intensief toezicht.

Belastingdienst
Gemeenten krijgen in het sociale domein straks te maken met een zeer diverse groep, van zorginstelling tot individuele zorgvrager. Hoe houd je toezicht op zo’n grote diversiteit? Daar is wellicht wat te leren van de Belastingdienst. Die ontwikkelde verschillende vormen van toezicht, voor grote ondernemingen, particulieren en middelgrote en kleine bedrijven.
Sinds 2004 maakt de Belastingdienst afspraken met grote ondernemingen. Die zijn transparant in hun administratie: de Belastingdienst kijkt als het ware mee, waardoor deze ondernemingen bij hun belastingaangiftes voor veel minder verrassingen komen te staan. Met de grote groep MKB’ers zijn dergelijke afspraken niet te maken en daarom wordt daar voor andere oplossingen gekozen, vertelt Theo Klarenbeek, adviseur Innovatie bij de Belastingdienst. “We brengen checks & balances aan in de administratieve keten van die anderhalf miljoen MKB-ondernemers.” Daarvoor ontwikkelde men onder meer samen met ECP drie keurmerken: voor rittenregistratiesystemen, voor kassasystemen en voor online boekhoudpakketten. Als ondernemers met systemen met zo’n keurmerk werken, dan mag de Belastingdienst ervan uitgaan dat hun administratie klopt. Klarenbeek: “Bijvoorbeeld kassa’s worden nu vaak afgeroomd: de ondernemer haalt er contant geld uit en wist de transactie uit het systeem. Met kassa’s met zo’n keurmerk kan dat niet.” Hij kent een gemeente die alleen nog vergunningen aan horecagelegenheden afgeeft als die met kassasystemen met dit keurmerk werken. Hoe is dit te vertalen naar het zorgdomein? Klarenbeek: “Met grotere zorgaanbieders kun je als gemeente afspraken maken. Voor de rest geldt: richt de systemen die de partijen in dit domein gebruiken zodanig in dat het wel goed móet gaan.”

 

Chemische industrie
Ook in de chemische industrie wordt geëxperimenteerd met verschillende vormen van toezicht. Deze industrie moet voldoen aan strenge (milieu)regels. Met systeemgericht toezicht worden de systemen van deze industrie zo ingericht dat deze zichzelf als het ware grotendeels controleren. Het toezicht kan dan anders worden ingevuld. De provincie Brabant loopt hierin voorop, men werkt er met diverse categorieën waarbinnen bedrijven die deze systemen gebruiken én jarenlang goed presteren op het gebied van veiligheid en milieu een lichtere vorm van toezicht krijgen.
Edith van Bellen-Weijnen doet als jurist en milieukundige promotie-onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht naar ‘naleefgedrag’ binnen de chemische industrie en het toezicht daarop. Daarbij kijkt ze ook naar nieuwe vormen van toezicht. Vertaald naar gemeenten en het sociale domein ziet ze een aantal overeenkomsten. “Net als in de chemische industrie hebben bedrijven te maken met diverse overheden als bevoegd gezag.” Een grote zorginstelling zal straks bijvoorbeeld afspraken gaan maken met meerdere gemeenten. Als die allemaal andere eisen stellen, wordt dat voor die zorgverlener lastig. En er is de (juridische) valkuil van rechtsgelijkheid, want wat als bepaalde zorg in een gemeente wel wordt verleend en in een andere niet? Het is niet eenvoudig om deze systemen en dit toezicht goed in te vullen, maar de weg ernaartoe van veel overleg tussen overheid en bedrijven is heel waardevol omdat men elkaar goed leert kennen, zegt ze. “Het gaat vooral over het vinden van een juiste combinatie van harde controle, zoals systemen, rapportage, monitoring en fysieke waarneming, met zachte controle, zoals samenwerking en vertrouwen.”

Kunnen gemeenten leren van toezicht in andere sectoren, voor hun nieuwe taken in het zorgdomein? Discussieer mee op ibestuur.nl!

Bron: iBestuur Magazine