Van NL IGF correspondent Wout de Natris.
Het V.N. orgaan International Telecommunication Union (ITU) organiseert tussen 26 september en 14 oktober voor de 22e keer de Plenipotentiary Conference, ook wel “plenipot” genoemd. Op de conferentie onderhandelen lidstaten onderling over het beleid voor de komende vier jaar, kiezen zij het nieuwe bestuur en directieleden, besluiten werkgroepen te stoppen of op te starten. Namens Nederland neemt het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat deel. Naast lidstaten zijn er ook bedrijven aanwezig. Wat maakt deze conferentie belangrijk voor Nederland en voor het NL IGF?
De ITU bestaat dit jaar 157 jaar en is in 1865 begonnen als overleg orgaan om nationale telegraafnetwerken met elkaar te verbinden. Door de decennia heen werd de inhoud gewijzigd, maar de taak, standaardisatie, connectiviteit, etc., niet.
De International Telecommunication Union
Binnen de ITU vindt al jaren een strijd plaats tussen westerse democratieën en (meer) autocratisch geleide landen waar het (de regulering van) het Internet betreft. Kortgezegd bepleit de eerste categorie het multistakeholder model en een open, vrij en veilig Internet. De tweede bepleit strengere regels en meer door nationale overheden, via de ITU, multilateraal bepaalt beleid. Nederland zit in het eerste kamp en zegt eigenlijk “schoenmaker (ITU), houd je bij je leest”. De ITU gaat over telecommunicatie, radiocommunicatie, en de standaardisering daarvan. Voor het Internet zijn andere multistakeholder organisaties zoals ICANN, de Regional Internet Registries (RIRs) en Internet Engineering Task Force (IETF) opgericht, die goed functioneren.
Waar Nederland wel een mogelijke rol ziet, is in capacity building. De development afdeling van de ITU zou een grotere rol kunnen spelen bij het trainen van landen en de uitrol van bestaande best practices. Een initiatief als dit zou helpen bij het verder dichten van de digital divide en het aansluiten van de volgende miljarden mensen op het, open, vrij en veilige Internet.
Wat maakt het in stand houden van de status quo zo belangrijk voor de B.V. Nederland?
Hier moet vooral gedacht worden aan het volgende. Als ieder land of groepen landen hun eigen standaarden of normen op gaan leggen aan de industrie, dan heeft dat (economische) consequenties. In het ergste geval kunnen partijen niet meer met elkaar communiceren, omdat systemen niet langer compatibel zijn. In een iets gunstiger geval moeten aanbieders verschillende standaarden in hun devices of systemen inbouwen, wat leidt tot inefficiëntie en hogere kosten. Op dit moment functioneert het Internet door wereldwijd erkende standaarden.
Wat kan de gemiddelde NL IGF’er bijdragen aan deze discussie?
Niet veel Nederlandse bedrijven zullen in staat zijn discussies binnen de ITU te volgen. Het lidmaatschap bedraagt al $30,000 per jaar, nog afgezien van de menselijke inzet. Nederland bepleit zeer actief het multistakeholder model als alternatief. Dat komt echter met een verplichting. De besluiten die hierdoor niet in de ITU worden genomen, zullen daarbuiten genomen moeten worden. Daar kunnen Nederlandse partijen, ongeacht uit welke stakeholder community, actief aan bijdragen. Min of meer kan gesteld worden dat het multistakeholdermodel zich, telkens weer, moet bewijzen, Alleen zo houdt het de landen die voor multilaterale, interstatelijke oplossingen zijn, de wind uit de zeilen. Binnen Nederland kan dat bijvoorbeeld ingevuld kunnen worden met een meer agenda zettende inzet van de NL IGF gemeenschap.