Mensen aansluiten op internet geeft hen de mogelijkheden zich sociaal en economisch te verbeteren. Nederland zal er op het WCIT alles aan doen om wereldleiders te inspireren eInclusion als uitdaging te zien en niet als probleem, zegt trackleader Arie van Bellen.
Journalist Robin Ouwerkerk in gesprek met Arie van Bellen:
Laten we beginnen met een kritische openingsvraag: hebben ze in Midden-Afrika geen belangrijkere problemen dan het ontbreken van een computer met internetmogelijkheden? Over het antwoord hoeft Arie van Bellen niet lang na te denken. “Nee. Sociale participatie en sociale innovatie beginnen met de mogelijkheden om te kunnen communiceren en te kunnen leren. Communicatie – ook digitaal – is een cruciaal element in de economische ontwikkeling van een individu én een land.”
Arie van Bellen is naast directeur van ECP-EPN ook voor het WCIT trackleader van de track eInclusion. Binnen de EU wordt de term eInclusion als verzamelnaam gebruikt voor alle activiteiten die bijdragen aan het realiseren van een informatiesamenleving. Mondiaal betekent het dat mensen toegang hebben tot computers en internet.
De sprekers die Van Bellen op zijn wensenlijstje heeft staan voor het WCIT zijn mensen van statuur: Nicolas Negroponte, initiator van One laptop per child en Muhammad Yunus, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn microkrediet. Alles om de toehoorders te overtuigen van het belang van eInclusion.
“Internationaal is er overeenstemming dat iedereen aangesloten moet zijn”, stelt Van Bellen. “Dat betekent dat iedereen toegang moet hebben tot een computer en tot internet én ook digitaal vaardig moet zijn. Maar hoe we dat realiseren – in Nederland, in Europa en wereldwijd – is de vraag. Hoe voorkomen we dat groepen buitengesloten worden? En hoe zorgen we ervoor dat eInclusion door regeringen als uitdaging wordt gezien in plaats van als een probleem. Dat zijn de thema’s die wij aan de orde stellen op het WCIT.”
Maatschappelijke baten
De problematiek is weerbarstig, maar het enthousiasme van Van Bellen is er niet minder om. “Er zijn al veel goede voorbeelden te noemen. Internationaal befaamd is het project One laptop per child, dat kinderen uit ontwikkelingslanden een goedkope laptop biedt. Maar ook Nederland kan best practices tonen op het gebied van het verbeteren van digitale vaardigheden, bijvoorbeeld door aan te sluiten op het aanbod van scholen en bibliotheken. In meer praktische zin kunnen we baten laten zien: iemand die vaardig is op internet, kan goedkoper aan zijn producten en diensten komen. Daar is veel onderzoek naar gedaan.”
Van Bellen stelt dat digitale vaardigheid maatschappelijke kosten in toom kan houden. “We hebben een spreekster uit Frankrijk die uitlegt dat ouderen door goede inzet van ICT langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De zorg steunt voor een belangrijk deel op ICT: alarmsystemen, gezondheidschecks, de mobiele telefoon. Dat zijn maatschappelijke baten. Maar er zijn ook individuele baten: digitale vaardigheid van ouderen voorkomt dat ze in een sociaal isolement komen.”
Opmerkelijk genoeg hebben ook de verzorgers van de ouderen baat bij ICT. Zij lopen ook de kans op uitsluiting (laagbetaald, laagopgeleid, vaak migrant). Voor hen kan ICT een middel zijn tot het behalen van sociaal en economisch voordeel en tot het volgen van scholing.
Om landen te inspireren is Van Bellen met IBM, ITU (International Telecommunication Union – Telecommunications sector) en de Universiteit van Twente in gesprek om de eReadiness Monitor uit te breiden. Deze gezaghebbende ranglijst van de mondiale stand van zaken op gebied van ICT brengt traditionele criteria als technologische infrastructuur, marktomstandigheden voor ICT, wet- en regelgeving en overheidsvisie in kaart. Door deze aan te vullen zullen landen worden uitgedaagd te investeren in eInclusion, denkt Van Bellen. “Willen ze hoog op de eReadiness Monitor komen, dan zullen ze daar ook iets aan moeten doen.”
De track eInclusion moet, althans daar stuurt Van Bellen op aan, worden afgesloten met een ‘Declaration of Amsterdam’, waarin alle landen de ambitie vastleggen om te investeren in eInclusion.
eSkills
Binnen de track eInclusion is er ook aandacht voor eSkills. Veel mensen die binnen bedrijven met ICT werken, hebben onvoldoende kwaliteit en kennis. Daardoor weten ze processen en informatie onvoldoende op waarde te schatten, en delen ze de informatie onvoldoende. Daarmee wordt een bedrijf kwetsbaar. Van Bellen: “eSkills is een Europees speerpunt. En in feite is het een ander probleem dan dat van de mensen die helemaal nog niet over digitale middelen of vaardigheden beschikken. Daarom maken we daarvoor een apart programma.”
Dit artikel verscheen eerder in Factor ICT, beleidsmagazine van het ministerie van Economische Zaken over slim gebruik van ICT
Zie ook www.ecp-epn.nl/wcit-2010