Op 23 september jongstleden vond op PICNIC09 de workshop ‘co-creatie & user-generated content’ plaats, georganiseerd door ECP-EPN en UPC.
Tijdens de sessie gingen sprekers in op veranderingen in de klassieke relatie tussen producent en consument. Consumenten worden door geavanceerde technische ontwikkelingen steeds vaker ook co-producenten (prosumenten). Door deze ontwikkelingen staan de klassieke transactiemodellen onder druk. Tijdens deze sessie is het concept co-creatie gezamenlijk verkend en zijn de mogelijke valkuilen en kansen geïdentificeerd.
De sessie
Ed Peelen (verbonden aan Universiteit Nijenroode en het ECEE) presenteerde kort het concept co-creatie en de ‘mindset’ die nodig is voor een co-creatie proces.
Privacy jurist Bart Schermer (ECP-EPN) ging in zijn presentatie in op de juridische aspecten van co-creatie en “user generated content”.
Na deze presentaties maakte Albert Boswijk (ECEE) in een speciale co-creatie sessie het begrip tastbaar. De aanwezigen konden interactief en co-creatief ideeën aandragen voor het stimuleren van co-creatie processen binnen Nederland, voor zowel overheid als bedrijfsleven. Hierbij lag de nadruk op de invulling van de term co-creatie en mogelijke beleidsadviezen.
Input juridische aspecten co-creatie voor Beyond i2010
De sessie van 23 september was ook belangrijk omdat deze input heeft opgeleverd voor de ‘position papers’ die Nederland binnenkort naar Europa stuurt. Viviane Reding (Eurocommissaris Informatiesamenleving en Media) heeft in een ‘call for papers’ alle lidstaten gevraagd hun input te geven met betrekking tot een aantal thema’s in de Informatiesamenleving en hoe deze na 2010 moeten worden opgepakt. Deze sessie heeft daarvoor onder meer het volgende opgeleverd:
Belangrijkste punt dat naar voren kwam uit de presentatie van Bart Schermer en de reacties uit de zaal was de noodzaak het auteursrecht voor Web 2.0 achtige diensten te verhelderen. De abstracte formuleringen uit de auteurswet bieden weinig houvast voor prosumenten en kunnen zelfs tot mogelijke claims leiden. Ook de (mogelijk) onduidelijke verdelingen van bevoegdheden en rechten binnen co-creatie processen kan vertragend werken en het vertrouwen ondermijnen.
Concreet voorbeeld dat werd besproken tijdens de sessie was de vraag hoe een werknemer in dienst van een bedrijf mee kan doen aan co-creatie processen. Zijn alle vruchten van zijn arbeid dan voor de werkgever (de standaardsituatie) of kan de werknemer zelf (mede)eigenaar blijven?
Uiteindelijk is het met name de wet- en regelgeving die verhelderd moet worden. Aan de hand van eenvoudige en toegankelijke informatie, moet duidelijk worden gemaakt aan potentiële prosumenten en co-creatievelingen wat de juridische randvoorwaarden zijn.
Verder kwam naar voren dat prosumenten beter juridisch gefaciliteerd moeten worden in hun creatieviteit. Dit betekent onder andere het gebruik maken van tools zoals Creative Commons.