Op 31 mei vond in het Beatrix Theater (Utrecht) het Open Overheid Congres plaats. Driehonderd bezoekers bogen zich over vragen hoe een open overheid er uitziet, wat voor kansen ‘open’ biedt, en hoe daarin samen kan worden opgetrokken.
Arie van Bellen (directeur ECP) sprak bij de opening de hoop uit dat bezoekers ook na het congres elkaar blijven ontmoeten en ideeën en inspiratie met elkaar blijven delen in het netwerk van partijen, betrokken bij het thema Open Overheid. In een geanimeerde plenaire sessie onder leiding van dagvoorzitter Roy Tomeij werd door achtereenvolgens Tof Thissen (directeur KING), Tom Kok (directeur Cool Group) en Bart Jacobs (hoogleraar computerbeveiliging Radboud Universiteit) aan de hand van stellingen ingegaan op zaken die volgens hen prioriteit moeten hebben als het gaat om die Open Overheid. Deelnemers stemden via sms op de ingebrachte stellingen, die interactief gerankt werden.
Daarna was er gelegenheid om vijf tracks te bezoeken: ‘Next Steps in Open Data’, ‘Ranking Open Data/Open en betrouwbaar’,’10 Redenen om niet open te zijn’, ‘Grensverleggend’ en ‘Economische Impact’ .
Hieronder een kort verslag per track.
Track 10 redenen om niet open te zijn: een verkenning van mogelijkheden en onmogelijkheden van toepassing van open standaarden in de complexe praktijk, op zoek naar pragmatische, werkende oplossingen
In de eerste helft van deze track, onder leiding van Ineke Schop, stond de Nederlandse Politie centraal met een bijdrage van Aad Koppenhol, Lead IT-architect bij vtsPN (voorziening tot samenwerking Politie Nederland). Onder de titel ‘Een incident op zijn tijd is goed voor het beleid’, gaf Aad Koppenhol de bezoekers een college over de filosofie van een open overheid en hoe deze bij de politie wordt toegepast. In zijn visie van de nieuwe wereld reikt de politie de mogelijkheden aan waarmee de agent op de straat zijn werk het beste kan doen. Maar die mogelijkheden horen zich niet te beperken tot de agenten, ook maatschappelijke participatie wordt gestimuleerd, waardoor burgers zelf mee kunnen werken aan een betere veiligheid op straat.
De politie organisatie is opgelopen tegen de grenzen van een gesloten informatiehuishouding. De vorming van de Nationale Politie zorgt voor een uniek moment voor het aanbrengen van de fundamentele veranderingen die van de politie gevraagd worden. Oude machtsstructuren kunnen worden opengebroken en nieuwe neergezet. Koppenhol adviseert de politie van binnenuit over toepassing van open technologie. Hij doet dat vanuit het idee dat niet (open) technologie leidend is, maar dat op een open manier werken de basis is. Zo wordt het informatiebeveiligingsbeleid omgezet van ‘gesloten tenzij’ naar ‘open tenzij’.
Opzoek naar de 10 redenen om niet open te zijn kwam Koppenhol de volgende drie tegen:
– Techniek is nooit het probleem, dus ook niet de enige oplossing;
– Werken vanuit wantrouwen en angst is geen motivatie om open te zijn;
– Eigen belang prevaleert boven het algemeen belang.
Erwin Folmer (TNO en voorheen verbonden aan programmabureau NOiV) leidde de tweede helft van deze track, het gesprek met Mark van den Broek (in.spiratie.nl), Ria Volkers (ICTU e-inspecties), Piet Hein Minnecré (VKA, voorheen verbonden aan NOiV), Rob Verweij (RINIS – Routerings Instituut (inter) Nationale Informatiestromen) en de bezoekers ging over de voors en tegens van open standaarden, open source software en open data in complexe, hybride omgevingen. Het bleek nog niet zo eenvoudig om tot tien redenen te komen om niet open te zijn!
Track Grensverleggend: over de noodzaak van standaarden vanuit Europees perspectief met academische en praktische invalshoeken
Onder leiding van Erik Fledderus (Director of Innovation TNO) werd in deze sessie met name ingegaan op standaarden in de internationale logistieke keten. Prof. Tan (Hoogleraar Informatie en Communicatie Technologie en hoofd van de sectie ICT bij de TU Delft) sprak over een aantal lopende Europese onderzoekstrajecten zoals Cassandra waarin samengewerkt wordt tussen universiteiten, bedrijfsleven, overheden en onderzoeksinstellingen zoals TNO. Dit project heeft als doelstelling om een robuuste, ketenoverstijgende architectuur te ontwikkelen gebaseerd op internationale (open) standaarden. Deze presentatie sloot naadloos aan op de presentatie van Henk Zwinkels (Senior projectmanager Argitect Advies) die vooral de praktische toepasbaarheid aantoonde in de tuinbouw sector.
Na de pauze werden de positieve effecten van semantische interoperabiliteit in de business case van de (logistieke) keten benoemd. Prof. Van Hillegersberg (Hoogleraar Design and Implementation of Business information Systems aan de UTwente) ging daarbij in op het onderzoek dat hij verricht heeft om te komen tot zelf- semantische interoperabiliteit in de bedrijfsprocessen. Dhr. Veldhuizen (Directeur Stoel Milieu B.V.) sloot daarop aan door nader in te gaan op de praktische toepasbaarheid in de afvalverwerkingsector. Hij toonde aan dat door het komen tot uniforme afspraken op procesniveau en door middel van uniforme technische standaarden de keten van afvalaanbieder tot en met verwerker een stuk effectiever en efficiënter kan opereren.
Track Next steps in open data: van concrete handvatten tot toekomstperspectief
Onder leiding van Joost Beukers (directeur VKA) werd in deze track antwoord gegeven op belangrijke vragen bij het openen van data. Noël van Herreweghe (Adviseur eGovernment bij Vlaamse overheid) trapte af met een presentatie over open data in België en Vlaanderen. De Belgische overheid is een complex samenwerkingsverband van meerdere bestuurslagen. Dit betekent dat het vrijgeven van data geen vanzelfsprekende zaak is. Om partijen bij elkaar te brengen is in 2010 een rondetafel georganiseerd, die leidde tot de opstelling van zes leidende Open Data principes inclusief in een plan van aanpak. De ronde tafel is inmiddels overgegaan in een werkgroep Open Data die tweemaandelijks bij elkaar komt om beleids- en praktijkervaringen te delen. De belangrijkste lessons learned hierin waren: open data is een vorm van front/end-dienstverlening; realiseer meerwaarde voor alle deelnemers waarbij de nadruk ligt op voordelen voor de interne organisaties, en wees pro-actief met betrekking tot Europese wet- en regelgeving.
Bart Knubben (VKA) sprak daarna over de Roadmap Open Data "The long and winding road". Knubben wijst op de diverse definities, wetten en principes die worden gehanteerd om open data te benoemen. Uiteindelijk komt het erop neer dat je je data beschikbaar stelt voor hergebruik door anderen. Open data gaat over (ver)houdingen tussen zender en ontvanger, aldus Knubben. Open data begint bij het besef dat jouw voorwaarden en keuzes, jezelf en anderen kunnen hinderen. De Open Data Roadmap geeft richting aan diverse aspecten van open data, zoals: licentie, formaat, prijs, interactie met omgeving, vindbaarheid en beleid. Op www.vka.nl/opendata kunt u de roadmap (poster) gratis aanvragen.
Na de pauze was het woord aan Stefan Hulman (9292) die nader in ging op het loslaten van data. 9292 is een organisatie die wordt gefinancierd vanuit de vervoersmaatschappijen op basis van het aantal reizigers. Hoe meer reizigers gebruikmaken van het openbaar vervoer, hoe hoger de inkomsten van 9292 zijn. Om deze reden ziet 9292 grote kansen in het openen van data. Immers, hoe meer distributiekanalen, hoe groter het verwachte aantal reizigers. Voor externe ontwikkelaars heeft 9292 daarom de website 9292opendata.org geopend. Op deze website wordt de reisinformatie vrijelijk ter beschikking gesteld. Toch staan er nog een aantal onderwerpen ter discussie: informatie mag bijvoorbeeld niet misbruikt worden, ook is de informatie niet geschikt om verschillende vervoerders met elkaar te vergelijken (dit ondermijnt de onafhankelijke positie van 9292) en zal voor professioneel gebruik een bijdrage van € 1000 worden verwacht voor handelingskosten.
Nico Verbeij en Kees Hendrik (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE)) gaven een duopresentatie over linked data. RCE is niet alleen verantwoordelijk voor de Rijksmonumenten in Nederland, ook het landschap, archeologie en de Rijks Kunstcollectie vallen onder hun verantwoordelijkheid. RCE zet zich in voor behoud en kennisdeling van onroerend en roerend erfgoed in Nederland. Zij werken hierbij samen met burgers, overheid, bedrijfsleven, onderwijs en wetenschap. Een goed voorbeeld hiervan is het project Molens in Beeld. Molens in Beeld geeft een overzicht van alle door het rijk beschermde molens in Nederland. De kaartapplicatie biedt toegang tot moleninformatie en inzicht in de termen waarmee molens worden beschreven. Experts kunnen de molenbeschrijvingen en -termen bewerken en aanvullen. Zo zorgt RCE ervoor dat de inhoud en thesaurus altijd up-to-date zijn en blijven.
Track Ranking open data/Open en betrouwbaar
In het eerste deel van deze track werd in gegaan op standaarden voor open data. Na de pauze lag de focus op een heel ander onderwerp, namelijk het matchen van elektronische diensten en authenticatiemiddelen.
De track is gestart met een korte opening van Nico Westpalm van Hoorn (voorzitter Forum Standaardisatie). Hij benadrukte het belang van open standaarden voor open data. Het Forum, voorziet open standaarden van de status "pas toe of leg uit" en speelt daardoor een belangrijke rol voor open data.
Vervolgens introduceert Westpalm van Hoorn Arthur van Leeuwen, journalist bij Elsevier, als gebruiker van data en daarmee ervaringsdeskundige en de tweede spreker, Phil Archer van W3C. Laatstgenoemde werkt op dit moment aan een nieuwe open standaard om open datasets voor heel Europa te kunnen catalogiseren en daarmee vindbaar te maken, zodat partijen als Elsevier in de toekomst de data makkelijk kunnen vinden.
Arthur van Leeuwen (Elsevier Magazine) bekijkt de problematiek vanuit een journalistiek uitgangspunt en stelt dan de vraag: Hoezo open data? Wat kost het en wat levert het op? Een hele grote bak met data levert geen toegevoegde waarde voor de journalistiek. Zij werken immers vanuit een vraag en niet vanuit een grote dataset waaruit door lukraak ‘grutten’ mooie verhalen zouden kunnen komen. Dat kost te veel tijd. Aan de andere kant lopen zij regelmatig tegen problemen op om data, die formeel onder de wet openbaar bestuur vallen, geleverd te krijgen. Citaat: "Nederland is nog een stiekem landje, vergeleken met bijvoorbeeld Amerika. Er is voor de overheid en open data werk aan de winkel."
"Een aantal partijen, zoals CBS doet het goed, maar bij gemeenten is het nog een ratjetoe: de mate van openheid varieert per gemeente."
In ieder geval is een van de voorwaarden voor publicatie van datasets, dat ze makkelijk te vinden moeten zijn, bijvoorbeeld op basis van een goede thesaurus en begrijpbaar voor de ontvanger.
Phil Archer (W3C) werkt aan een meta-datastandaard in opdracht van de EU. Inhoudelijk is dit een manier om catalogi met datasets op Europees niveau aan elkaar te verbinden, interoperabel te maken.
Als voorbeeld gaf Phil aan dat iedere persoon meerdere identiteiten kent. Deze wordt vaak bepaald aan de hand van de naam van de persoon. De Nederlandse term: ‘voornaam’ kent binnen Europa al een diversiteit aan termen. De christelijke naam, voornaam etc. Meestal wordt voor officiële registraties de naam via een juridisch proces als de formele naam gezien. Zo is men op Europees niveau tot de standaard term ‘given name’ gekomen. Deze kent in het metadatabestel een unieke identifier, die als formaat een internetadres kent. Aan dit internetadres kunnen de locale ‘tags’ gekoppeld worden, zoals de term ‘voornaam’ voor Nederland. Hiervoor bestaat een RDF (rich data format)-schema. De metadatastandaard moet uit een minimale set bestaan om maximaal effect te bereiken, zodat datasets binnen Europa gevonden en verbonden kunnen worden. Deze ontwikkeling is nu gaande voor de EU en binnenkort zal ADMS gepubliceerd worden als nieuwe open standaard voor de interoperabiliteit van catalogi met datasets, zoals data.overheid.nl. De bedoeling is niet dat deze nieuwe standaard een aanpassing wordt voor de catalogi, maar het is de bedoeling dat deze naast de huidige gehanteerde standaarden, zoals DCAT, geïmplementeerd wordt.
In tweede deel van de sessie opende Nico Westpalm van Hoorn met een verwijzing naar de recent verschenen Forumhandreiking ‘Betrouwbaarheidsniveaus voor authenticatie van elektronische overheidsdiensten’. Hiermee kunnen overheden zelf een inschatting maken welk betrouwbaarheidsniveau past bij de verschillende diensten die een organisatie aanbiedt. De handreiking is gebaseerd op wet- en regelgeving en het Europese STORK-kader. Organisaties blijven altijd zelf verantwoordelijk voor de keuze van een betrouwbaarheidsniveau maar de handreiking helpt om daarin transparant, toegankelijk en geloofwaardig te opereren. Een uitbreiding staat in de planning.
Hans-Rob de Reus van het ministerie van Financiën ging vervolgens dieper in op authenticatie- en autorisatievraagstukken waarvoor overheidsdienstverleners zich gesteld zien. En in het bijzonder hoe de Belastingdienst de ontwikkelingen voor de komende tijd ziet. Hans-Rob betoogde dat het eigenlijk om eenvoudige vragen gaat: Authenticatie gaat over de vraag “Ben je die je zegt dat je bent?” terwijl Autorisatie de vraag stelt “Mag je doen (evt. voor een ander) wat je wilt doen?”.
Maar onder andere de toename van e-dienstverlening, het besef dat je zorgvuldig met gegevens moet omgaan en de omvang van het speelveld maken dat er wel degelijk grote uitdagingen liggen. Wat je niet wilt is voor elke digitale dienst een aparte inlog-sleutel. Die sleutels wil je daarom loskoppelen van de diensten en de dienstaanbieders. Daarom wordt gewerkt aan een betrouwbaar stelsel, waarbinnen publieke en private partijen eenduidig kunnen samenwerken volgens betrouwbare en controleerbare afspraken. Daarbij borgen wat er al bereikt is en gezamenlijk doorontwikkelen!
Het congres werd georganiseerd door ICTU, ECP, Forum Standaardisatie, VKA, TNO en OSSLO, en bouwt voort op de jaarcongressen zoals die in de afgelopen jaren zijn gehouden door Nederland Open in Verbinding (NOiV).
Presentaties, foto’s en meer informatie over het Open Overheid Congres vindt u op www.openoverheidcongres.nl