Digitale afhankelijkheid is niet zonder gevolgen

Conclusies

• Er is een machtsonbalans tussen multinationale aanbieders van digitale diensten enerzijds en publieke domeinen anderzijds
• Deze machtsonbalans brengt risico’s met zich mee.
• Op het spel staan een goed functionerende (concurrerende) markt, publieke waarden en verlies van sturingskracht over publieke domeinen (autonomie en soevereiniteit).
• De dominantie van grote techbedrijven is het meest nadrukkelijk aanwezig bij data sharing infrastructures.
• Digitale afhankelijkheid bestaat in een internationaal speelveld waarin ook geopolitieke ontwikkelingen hun stempel drukken.
• Het ontwikkelen van strategische digitale autonomie is een complexe zaak en vraagt om politieke actie.
• De baten van de situatie zoals die nu bestaat ervaren we direct, maar de kosten blijven verborgen.
• Een transparant en helder afwegingskader kan organisaties helpen bij het maken van verantwoorde keuzes.

Samenvatting

Moderator Mathieu Paapst (Forum Standaardisatie) hoefde weinig te doen om het gesprek te stimuleren in deze levendige sessie, waarin risico’s die komen kijken bij digitale afhankelijkheid centraal stonden. Paapst liet in zijn opening zien dat het probleem van afhankelijkheid van aanbieders van digitale diensten beslist niet nieuw is. Daarna was het de beurt aan de panelleden, wier beschouwingen naadloos op elkaar aansloten. Mariëtte Huijstee haalde recent onderzoek van het Rathenau Instituut aan en wees erop dat een machtsonbalans tussen publieke domeinen en multinationale platformaanbieders gevolgen kan hebben voor economie, publieke waarden en strategische autonomie. Claire Stolwijk besprak een aantal scenario’s uit een recente TNO-publicatie over digitale soevereiniteit vanuit mondiaal perspectief. Larissa Zegveld deelde vervolgens resultaten van een analyse door Kennisnet en liet daarmee zien hoe het Nederlandse onderwijs geraakt wordt door digitale afhankelijkheid. Sophie Bloemen tenslotte, brak een lans voor het borgen van publieke waarden en legde uit waarom politieke actie vereist is om dit complexe probleem aan te pakken. De sessie eindigde met een discussie met het publiek. Van het aantrekken en vasthouden van deskundig talent en het in beeld krijgen van kleine aanbieders, tot het ontwikkelen van een langetermijnvisie en de invloed van geopolitieke ontwikkelingen: een veelheid van onderwerpen werd op kritische en respectvolle wijze besproken.

Discussie

Mariëtte Huijstee lichte toe dat een machtsbalans kan ontstaan wanneer publieke domeinen afhankelijk zijn of worden van een (te) klein aantal aanbieders. Ze benoemde vijf factoren die de macht van multinationale platformbedrijven bepalen: 1) hun poortwachtersrol, 2) uitbreiding naar fysieke en digitale infrastructuur, 3) de ‘winner takes all’ dynamiek, 4) de hoeveelheid beschikbaar kapitaal, data en rekenkracht en van daaruit 5) een sterke positie op het gebied van o.a. human capital.

“Bedrijven met een machtspositie zijn niet inherent slecht, maar een machtsonbalans is wel gevaarlijk.” Mariëtte Huijstee, Rathenau Instituut

Claire Stolwijk ging in op verschillende scenario’s rond strategische digitale autonomie, geplot langs twee assen: internationale samenwerking en economische globalisering. Ze stelde dat digitale afhankelijk niet per se problematisch is, zolang deze wederkerig is. Stolwijk liet zien dat de dominantie van techbedrijven op data sharing infrastructures invloed heeft op veel andere sectoren en op het verdienvermogen.

“Afhankelijkheid is niet per se problematisch, zolang deze maar wederkerig is.” Claire Stolwijk, TNO

Larissa Zegveld presenteerde analyses van Kennisnet, waarin zorgen over de Nederlandse onderwijssector aan de orde komen. Er ontwikkelt zich een afhankelijkheid van educatieve uitgeverijen en bovendien leveren multinationals als Microsoft tegenwoordig ook leermateriaal. Zegveld benoemde een aantal belangrijke elementen om te komen tot verantwoorde keuzes: 1) interoperabiliteit, 2) leveranciersonafhankelijkheid, 3) veiligheid, 4) datakwaliteit en 5) inclusie.

“Wij zijn nergens tegen, maar er zijn wel grote zorgen.” Larissa Zegsveld, Kennisnet

Sophie Bloemen signaleerde dat het probleem van digitale afhankelijkheid (inter)nationaal steeds meer erkend wordt. Ze stelde dat we digitale diensten moeten zien als publieke infrastructuur, net als bruggen en wegen. Publieke waarden moeten in de ontwikkeling ervan geborgd worden. Bloemen noemde open standaarden, open source en de ontwikkeling van verantwoorde business modellen als manieren om dit te doen. Tot slot gaf ze aan dat digitale afhankelijkheid alleen doorbroken kan worden door politieke actie.

“Vraag bij de school van je kinderen eens na welke software ze gebruiken, en waarom die niet open source is.” Sophie Bloemen, Commons Network