De opkomst van e-commerce
Als een van de eerste landen ter wereld had Nederland eind jaren 90 een gedragscode voor elektronisch zakendoen ontwikkeld. Elektronisch zakendoen bood belangrijke mogelijkheden voor de economie, werkgelegenheid, de ontwikkeling van nieuwe diensten en samenwerkingsvormen tussen en binnen bedrijven, en niet in de laatste plaats voor consumenten.
Veel organisaties en consumenten waren echter nog terughoudend om elektronisch, bijvoorbeeld via het internet, zakelijke handelingen te verrichtten vanwege een gebrek aan vertrouwen in de veiligheid van systemen, de (onbekende) wederpartij, de betrouwbaarheid van gegevens en de mate van rechtsbescherming.
Model Gedragscode voor Elektronisch Zakendoen
Begin 1998 werd ECP | Platform voor de InformatieSamenleving opgericht onder de naam Electronic Commerce Platform Nederland (ECP.NL). De missie van ECP.NL was destijds het versterken van de concurrentiekracht van het Nederlands bedrijfsleven door het optimaal doen ontwikkelen van de digitale economie.
ECP.NL deed onderzoek naar de juridische knelpunten bij elektronisch zakendoen en de rol die zelfregulering zou kunnen spelen bij het wegnemen van die knelpunten. Naar aanleiding van het onderzoek en tweetal conferenties publiceerde ECP.NL de eerste versie van Model Gedragscode voor Elektronisch Zakendoen in november 1999.
Om het vertrouwen in het elektronisch zakendoen te vergroten werd de Model Gedragscode opgebouwd rond drie principes betrouwbaarheid, transparantie, en vertrouwelijkheid en privacy. Onder de titel betrouwbaarheid werd er gefocust op elektronische handtekeningen. Om transparantie te bevorderen stelde de gedragscode onder andere dat reclame-uitingen herkenbaar en herleidbaar moesten zijn. Vertrouwelijke informatie die een aanbieder zou ontvangen van zijn wederpartij zou vertrouwelijk moeten blijven. Met betrekking tot een aantal onderwerpen bevatte de Model Gedragscode verder aanvullende regels.
Wereldwijde invloed
Bij het opstellen van de Model Gedragscode voor Elektronisch Zakendoen werd er destijds veel aandacht besteed aan verschillende initiatieven op dat gebied, zowel nationaal als internationaal. Het Nederlandse initiatief van ECP.NL werd als model gepresenteerd aan een aantal internationale organisaties zoals de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), de Verenigde Naties en de Europese Commissie.
In maart 2001 nam het ‘Centre for Trade Facilitation and Electronic Business’ van de Verenigde Naties tijdens een plenaire vergadering een aanbeveling aan omtrent e-commerce zelfreguleringsinstrumenten waarin de Model Gedragscode van ECP.NL werd opgenomen. De Model Gedragscode werd verspreid onder alle VN-lidstaten.
Daarnaast werd de Nederlandse Model Gedragscode ook meegenomen door de e-Confidence Core Group die aan de Europese Commissie aanbevelingen deed over onder meer algemene beginselen voor gedragscodes. ECP.NL had destijds zitting in de e-Confidence Core Group.
Digital Services Act en Digital Markets Act
Om ervoor te zorgen dat de elektronische handel kon profiteren van de Europese interne markt, stelde de Europese Commissie in het jaar 2000 de Richtlijn inzake elektronische handel op. Het juridisch kader van deze richtlijn werd in 2020 met het voorgestel voor de Digital Services Act (DSA) geüpdatet. Tegelijkertijd met de DSA werd de Digital Markets Act (DMA) voorgesteld om een eerlijker speelveld op de digitale markt te bereiken, door kaders te stellen voor de marktdeelnemers. De DMA is sinds mei dit jaar van kracht, de DSA vanaf 2024.