“In de discussie over privacy is het van groot belang dat er een goed evenwicht gevonden wordt tussen enerzijds privacybescherming en anderzijds veiligheid en innovatie, denk aan het bevorderen van nieuwe digitale diensten zoals een ‘slimme’ elektriciteitsmeter. De uitdaging ligt erin te weten wanneer privacybescherming de innovatie daadwerkelijk remt of de veiligheid bedreigd en hoe erg de privacyschending zal zijn”.
Dit stelde mr. drs. Hans van Balen, voorzitter van de Liberale Internationale en van de VVD-fractie het Europees Parlement, op 15 juli jl. tijdens een door ECP georganiseerd debat in Des Indes over innovatie en ICT in Europa.
Wat hem betreft komt ICT (de Digitale Agenda van Eurocommissaris Kroes) hoger op de politieke agenda in Europa. Ook zijn volgens Van Baalen Europarlementariërs en politici in het algemeen ermee gediend als zij door het bedrijfsleven (waar deskundigheid op het vlak van informatie- en communicatietechnologie aanwezig is) worden geïnformeerd. “Lobby en kennisoverdracht is goed, zolang het bedrijf zijn belangen maar expliciet aangeeft”.
Het actuele onderwerp PRISM/NSA werd eveneens besproken. “Hoe ver mag een veiligheidsdienst gaan? Belangrijk in de discussie is dat grensoverschrijdende cybercrime geografisch is gespreid. Dat maakt opsporing lastig omdat die nog steeds nationaal georganiseerd. Hoe moeten we omgaan met een inbreuk op de nationale soevereiniteit van derden?”, vroeg Van Baalen zich af.
Eerder, op 6 mei jl., had in Des Indes een discussie plaats met mr. dr. Job Cohen, voorzitter van de Commissie die het onderzoek verrichtte naar de Facebook-rellen in Haren. Het onderwerp van dit debat was de rol van sociale media in politiek en bestuur, en in het bijzonder het onderzoeksrapport-Haren.
“Het bestuur moet in situaties als in Haren bij een Project X aan twee moeilijk te verenigen verwachtingen voldoen. Aan de ene kant verwacht het publiek dat de overheid voor openbare orde en veiligheid zorgt. Van de andere kant verwacht het dat er voldoende ruimte blijft voor eigen initiatief en creativiteit bij de burgerij, inclusief het gebruik van social media”, stelde Cohen.
Hij gaf verder aan dat het vinden van de balans tussen vrijheid en veiligheid bieden niet eenvoudiger is geworden. “Er zijn in Nederland inmiddels veel mondige burgers. Ze zijn ondernemend of innovatief, stellen zich assertief op en storen zich aan bepaalde regels van de rechtstaat en haar instellingen. Tegelijk neemt onze acceptatie van risico’s af en is de behoefte aan controle en verantwoording vergroot. Dat brengt als vanzelf de tendens tot meer en preciezere regels teweeg, een ontwikkeling die juist weer in de weg staat aan de behoefte tot ruimte en vrijheid. Sociale media stellen daarmee overheden voor een dilemma”, aldus Cohen.