Een kwart van de werkenden in loondienst zou meer uren betaald willen werken wanneer zij daarbij de tijden en werkplek grotendeels zelf kunnen bepalen. Twee werkdagen per week is daarbij het gemiddelde extra aantal uren. Dit blijkt uit een representatieve enquête van ECP-EPN naar de feitelijke ontwikkelingen rond het ‘nieuwe werken’ onder 2448 personen, uitgevoerd door onderzoeksbureau CentERdata in Tilburg.
Nu de economie weer groeit en de verwachting is dat daarmee ook binnen afzienbare tijd de arbeidsmarkt aantrekt, is het ‘nieuwe werken’ (eigentijds werken, flexibel werken) een kansrijke mogelijkheid het arbeidsaanbod te verhogen. Dat is te meer nodig omdat komende jaren de babyboomers arbeidsdeelname beëindigen, wat het ontstaan van krapte op de arbeidsmarkt zal versnellen. Zestig procent van de personen die deelnemen aan het arbeidsproces of zouden kunnen werken beschouwt een werkgever die flexibel werken ondersteunt als aantrekkelijker.
Kantoorlocatie standaard
Uit het onderzoek blijkt verder dat meer dan de helft van de respondenten het grootste deel van hun tijd nog werkt op een vaste kantoorlocatie, met vaste werktijden. Van de werkenden heeft nog steeds driekwart een vaste werkplek. Gemiddeld denken de werkenden per week 33% minder tijd aan reizen kwijt te kunnen zijn. Gemiddeld reist men nu zes uur per week en verwacht wordt dat dit door flexibel te werken twee uur minder wordt.
Samenvattend blijkt het klimaat rond flexibel werken positief, en positiever dan een jaar geleden:
• 50% van de ondervraagden stelt dat hun organisatie positief staat tegenover flexibel werken
• bijna 40% stelt dat de afgelopen jaren de direct leidinggevende positiever is komen te staan ten opzichte van flexibel werken
• 50% zegt dat bij flexibel werken de eigen productiviteit toeneemt
• 50% zegt dat men meer plezier heeft in het werk
• 40% wil graag flexibeler werken om gemakkelijker te kunnen deelnemen aan verenigingen of privézaken beter te kunnen regelen
• 10% stelt dat het werk lijdt onder reizen
• ongeveer 30% van de geënquêteerden weet wat ‘het nieuwe werken’ inhoudt.
ECP-EPN publiceerde eerder het Tienpuntenplan Flexibel werken, opgesteld in nauw overleg met de vakbeweging. In 2011 wil het platform, in samenwerking met overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen, projecten ondersteunen die vooral de productiviteitswinst verzilveren die het ‘nieuwe werken’ kan opleveren.
Zelfstandig ondernemerschap
In het onderzoek werd de geënquêteerden ook gevraagd naar hun houding tegenover het zelfstandig ondernemerschap (ZZP). Een op de vijf staat positief tegenover het ZZP-erschap: van alle Nederlanders heeft 7% een eigen bedrijf en/of is ZZP-er, en 11% heeft er wel oren naar. Bijna 40% van de Nederlanders vindt de financiële risico’s bij werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid te groot om uit loondienst te treden. Ook het voldoen aan de regels en verplichtingen rond ARBO, pensioenen, milieu, blijkt voor 25% een aanzienlijke drempel. Opvallend is dat de Kamer van Koophandel en de fiscale verplichtingen de laagste drempels vormen. Financiële risico’s zijn bij een kleine 40% van de respondenten een grote drempel. Ruim 25% van de respondenten vindt het risico’s van inkomstenverlies bij arbeidsongeschiktheid te groot. Ruim 25% vindt de regels waar een ondernemer aan moet voldoen een belangrijke belemmering, evenals het opbouwen van pensioen.
De resultaten van de enquête werden op 25 novmeber jongstleden bekend gemaakt tijdens het Jaarcongres ECP-EPN.