21-11-2011

Nederlander eet, drinkt en internet!

Negen van de tien Nederlanders zijn in hun vrije tijd dagelijks op internet te vinden. Met 3 uur en 6 minuten stijgt niet alleen het gemiddelde internetgebruik in 2011 met 24 minuten per dag, veel gebruikers hebben ook steeds meer profijt van het internet. Jongeren en hoogopgeleiden profiteren meer van internet dan ouderen en laagopgeleiden. Hierdoor dreigt een onzichtbare maar gevaarlijke digitale kloof tussen bevolkingsgroepen. Dit blijkt uit het Trendrapport ‘Computer- en Internetgebruik 2011′ van de Universiteit Twente in opdracht van Digivaardig & Digibewust. De onderzoekers, Prof. Dr. Jan van Dijk en Drs. Ing. Alexander van Deursen zien internet uitgroeien tot "een eerste levensbehoefte vergelijkbaar met eten en drinken", maar waarschuwen voor een gebruikerskloof tussen hoog- en laagopgeleiden. De uitkomsten van het onderzoek werden tijdens het ECP-EPN Jaarcongres in Scheveningen gepresenteerd.

Prof. Jan van Dijk van de Universiteit Twente: "Het internet doet er nu echt toe. Mensen vinden werk via internet, kopen producten online goedkoper dan in de winkel, handelen via marktplaatsen en vinden geliefden via datingsites. Jongeren en hoogopgeleiden profiteren meer van de mogelijkheden die het internet te bieden heeft dan ouderen en laagopgeleiden. 33% van de jongeren bijvoorbeeld zoekt en vindt op internet informatie als ze een medische kwaal hebben, tegenover 22% van de 55+ers, die daar meer baat bij zouden hebben. Er dreigt een forse digitale gebruikerskloof te ontstaan tussen de verschillende lagen van de bevolking.

 

In 91% van de Nederlandse huishoudens is, volgens het onderzoek van de Universiteit Twente, minimaal één PC of laptop met internetaansluiting te vinden. Daarmee neemt Nederland, achter IJsland, de 2e positie op de Europese ranglijst in. De trend om internet dagelijks en steeds langer te gebruiken zet ook in 2011 door. 84% van de gebruikers is iedere dag vanuit huis online, 14% wekelijks. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn nagenoeg verdwenen. Studenten zijn met 3 uur en 54 minuten per dag op internet koploper, gevolgd door arbeidsongeschikten en werklozen die vooral veel ‘tijdrovende internettoepassingen’ gebruiken zoals het spelen van online games, chatten of het kijken naar online video’s op Youtube. Sociale media zoals Hyves, Twitter, Linkedin en Facebook worden steeds populairder. Vooral vrouwen maken hier veel gebruik van. 59% van de generatie van 16 tot 35 gebruikt sociale media zelfs dagelijks.

 

Prof. Jan van Dijk: "De cijfers laten zien dat het gebruik van internet structureel onderdeel uitmaakt van het dagelijkse levenspatroon van de meeste Nederlanders. Sexe, leeftijd of opleiding maken daarbij geen verschil meer. Surfen op internet is een levensbehoefte geworden net zoals je iedere dag eet en drinkt. We gebruiken internet vooral nog als informatiebron, maar het medium wordt in toenemende mate gebruikt voor vermaak, interactieve communicatie en online transacties. Sociale media zijn aan een opmerkelijke opmars bezig."

 

Dat minder dan 10% van de bevolking internet niet gebruikt betekent niet gelijk dat in Nederland digitaal analfabetisme snel tot het verleden behoort. Prof. Van Dijk: "Behalve de harde kern niet-gebruikers is er een groep van 20 tot 25% die internet slechts sporadisch gebruikt bijvoorbeeld om de e-mail te checken of om de treintijden op te zoeken. Omdat de samenleving in hoog tempo digitaliseert dreigen deze mensen af te haken en straks verstoken te blijven van relevante (overheids)informatie, voordelen en ontwikkelmogelijkheden."

 

Veiligheidsmaatregelen: jongeren laks, ouderen ondeskundig
Nederlanders nemen in 2011 veel minder voorzorgsmaatregelen om zichzelf te beschermen tegen de negatieve gevolgen van het internetgebruik in vergelijking met 2010. Virusscanners, firewalls, spamfilters, pop-up blokkeringen en anti-spyware programma worden minder geïnstalleerd en wachtwoorden nauwelijks veranderd t. "Erg risicovol", denkt Prof. Van Dijk die vermoedt dat dit komt omdat programma’s de beveiliging steeds meer overnemen. Daardoor worden jongeren "laks en naïef" en doen 55-plussers "onvoldoende vaardigheden" op om de juiste beschermingsmaatregelen te nemen.

 

Marjolijn Bonthuis, verantwoordelijk voor het programma Digivaardig & Digibewust, maakt zich zorgen over de terugloop van maatregelen die vooral oudere en jongere Nederlanders nemen om veilig te internetten: "Digicriminelen worden steeds inventiever en weten exact wat er achter de schermen van het internet gebeurt. Zij proberen te profiteren van de laksheid en ondeskundigheid van argeloze internetgebruikers. Het is opvallend dat ook de jonge internetgeneratie zo slecht scoort op dit vlak en lijkt niet na te denken als het om internetveiligheid gaat. Daarom blijven bewustwordingscampagnes van Digivaardig & Digibewust hard nodig om te waarschuwen voor de onveilige kanten van het internet."

 

Lees het volledige rapport of een samenvatting ervan hier.