Den Haag, 2 oktober 2017 – Hoewel openbare wifi grote risico’s met zich meebrengt, gebruikt bijna de helft (48%) van de kinderen uit de groepen 7 en 8 van de basisschool dit. Bijna driekwart (70%) van de kinderen zegt nooit gevaarlijke dingen op het internet te doen, terwijl vier op de tien kinderen er toch echt mee te maken hebben gehad. Dit blijkt uit onderzoek van Alert Online onder ruim 1.200 volwassenen en kinderen in de leeftijd 11-80 jaar. Om zowel volwassenen als kinderen meer bewust te maken van cybersecurity start op 2 oktober de nieuwe campagne van Alert Online ‘Cybersecurity helden’. Want iedereen kan een cybersecurity held zijn: niet alleen door zichzelf goed te beschermen in cyberspace, maar zeker ook door tips met anderen te delen.
Smartphonebezit normaal
Het bezitten van een smartphone bij kinderen op de basisschool is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Negen op de tien kinderen uit de groepen 7 of 8 beschikken inmiddels over een smartphone. Ze zijn hiermee actief op social media en Whatsapp. Zeven op de tien hebben een eigen account op één van de grote sociale mediaplatformen, zoals Facebook, Instagram of Snapchat.
Kinderen online onbewust kwetsbaar
Kinderen hebben dus gemakkelijk toegang tot internet. Dit brengt onbewust risico’s met zich mee. Bijna de helft (48%) maakt bijvoorbeeld gebruik van openbare wifi-netwerken, waar je geen wachtwoord voor nodig hebt. Een kwart van de kinderen denkt te weten hoe je een veilig wifi-netwerk kunt herkennen. Openbare wifi is in ieder geval niet ‘veilig’ te noemen. Ook klikt een op de drie bij het surfen op internet weleens op onbekende linkjes of banners. Dat zet de deur open voor toegang tot hun devices en social media-accounts en maakt ze kwetsbaar voor cybercriminelen. Verder schrijven bijna vier op de tien kinderen hun wachtwoorden op om ze zo te onthouden. Bovendien gebruiken kinderen vaak dezelfde wachtwoorden voor al hun social media-accounts. Wie kwaad wil, heeft dus in een keer toegang tot alle accounts.
Ouders hebben vaak geen toezicht
Kinderen praten veel met hun ouders over cybersecurity: het is een belangrijk gespreksonderwerp voor 76% van hen. Toch kijken ouders niet écht mee met wat hun kinderen allemaal online doen. Vaak kennen de ouders wel de social mediawachtwoorden van hun kinderen (68% van de kinderen geeft aan dat hun ouders dit weten). In de internetkennis van hun leerkracht lijken kinderen niet veel vertrouwen te hebben: minder dan de helft (44%) denkt dat hun leerkrachten alles weten over de gevaren op internet en social media. “Kinderen denken dat hun ouders alles in de gaten hebben wat zij online doen. Ouders denken dat hun kinderen niet snel gevaar lopen. Dit zijn ongewenste mispercepties. Er gebeurt veel buiten het zicht van ouders. Het is daarom belangrijk om je kinderen te wijzen op alle cybergevaren. Cybercriminelen worden steeds slimmer met hun infiltratietechnieken. Deze zijn lastig te ontdekken voor volwassenen, laat staan voor kinderen. Door te praten over de gevaren en te laten zien waar concrete risico’s liggen, zoals het veilig leren omgaan met wachtwoorden en wifi-netwerken, neem je al veel belangrijke risico’s weg”, aldus Erik Jan Koedijk, voorzitter van de Raad van Advies van Alert Online.