Mini-symposium: ‘Scenario 2030: transformatief overheidsbeleid voor de digitale economie’

Op dinsdag 16 mei van 13.30 tot 18.00 uur vond het mini-symposium: ‘Scenario 2030: transformatief overheidsbeleid voor de digitale economie*’ plaats in The Hague Conference Centre New Babylon.

Hieronder leest u een verslag van deze sessie. Voor deelnemers van ECP hebben wij ook de opnamen van de sessies beschikbaar.

Het doel van het mini-symposium is het gesprek over de digitale transitie van samenleving en economie vorm te geven. De focus deze middag ligt op de vijf beleidspijlers waar het rapport van de Directie Digitale Economie zich op richt.

De pijlers zijn:

  1. Versnellen digitalisering mkb
  2. Stimuleren digitale innovatie en vaardigheden
  3. Creëren van de juiste randvoorwaarden voor goedwerkende digitale markten en diensten
  4. Behouden en versterken van een veilige, betrouwbare en hoogwaardige digitale infrastructuur
  5. Versterken cybersecurity

*Transformatief beleid voor de digitale economie is beleid gericht op de ondersteuning van de grote veranderingen in de samenleving als gevolg van toenemende digitalisering. Daarbij zullen de rollen van instituties veranderen, evenals de waarden en verwachtingen die hun handelen sturen. De transformatieve beleidscyclus moet oog en oor hebben voor de spanningen die deze veranderingen opleveren: ze leiden snel tot onbegrip, strijd en impasses. Transformatief beleid richt processen in om die signalen op te vangen en te duiden en het gesprek te voeren wat nodig is om te komen tot de noodzakelijke wijzigingen.

Presentatie Arief Hühn onderzoek FreedomLab

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft ‘Freedom Lab’ gevraagd een analyse te maken en hindernissen te signaleren voor de digitalisering van de samenleving.

Arief Hühn presenteert de inzichten van het onderzoek Toekomstverkenning Digitale Economie 2030 aan de hand van ChatGPT.

Erkenning Digitale Economie staat de ‘technologiestack’. Digitalisering lijkt voor veel mensen niet meer dan een userinterface van een applicatie of een app op een telefoon, tablet of computer. Maar om die app te laten werken is een wereld aan techniek, bedrijven en organisaties, regels en complexe ketens nodig. Beleid op digitalisering krijgt te maken met die complexe wereld achter een app. Maar ook de context waarin die app gebruikt wordt bepaalt de impact van de app. De persoon die de app gebruikt is onderdeel van een organisatie, heeft opleidingen en cursussen gehad en is daarmee onderdeel van gemeenschappen. Deze gemeenschappen bouwen ervaring en kennis op en delen die: hoe je een applicatie zinnig kunt gebruiken. Die gemeenschappen houden zich aan regels en wetten, de normen en waarden van een samenleving of van beroepsgroepen.

ChatGPT

Om beleid op digitalisering te kunnen voeren is analyse nodig van de lagen van de stack en hoe ze interacteren. ChatGPT is illustratief: het is niet meer dan een app op de telefoon of computer. Binnen enkele maanden is het gebruik explosief toegenomen. Dat is alleen mogelijk als mensen de beschikking hebben over internet, tablets, telefoons en computers.
ChatGPT is gebouwd op de ideeën van tientallen wetenschappers en het investeringsvermogen van enorme techpartijen. Om ChatGPT te kunnen ontwikkelen was enorm veel data nodig. Om het  taalmodel te kunnen gebruiken hebben honderden mensen de chatfunctionaliteit getraind door dagenlang antwoorden van ChatGPT te beoordelen en te verbeteren.

Impact van ChatGPT

Nu de app op de telefoon staat, is de vraag wat we met ChatGPT kunnen en moeten: moet het verboden worden? Schendt het privacy? Of auteursrecht? Maakt het mensen overbodig of is het juist een techniek die ons in staat stelt beter te handelen. Het beantwoorden van deze vragen is niet (alleen) een kwestie van een gedegen juridische, technische of politieke analyse, maar vergt het gesprek tussen de mensen die ChatGPT maken, gebruiken, de organisaties waar ze voor werken, de gemeenschappen waar ze deel van uitmaken.

Al werkend met ChatGPT ontstaan nieuwe ideeën wat ChatGPT kan, ervaringen worden gedeeld over de beperkingen, consensus ontwikkelt zich waar het nuttig is. Ondertussen zijn er ook nieuwe generaties taalmodellen in de maak, die op allerlei punten beter zijn omdat het massale gebruik feedback geeft over zwakheden en fouten. En zijn tal van startups en ondernemers bezig om de schat aan nieuwe mogelijkheden om te zetten in producten en nieuwe diensten. Organisaties beginnen te experimenteren hoe ze hun diensten kunnen verbeteren en optimaliseren met de hulp van taalmodellen.

De stack achter de ‘app’ ChatGPT gaat ook schuil achter de vele apps en applicaties waar de samenleving op draait.

Conclusies FreedomLab

Freedom Lab concludeert dat digitaliseringsbeleid aantal trend overstijgende opgaven heeft:

  1. Hoe zorgen we voor economische groei én veerkracht/rechtvaardigheid.
  2. Industrieel fundament: welke eisen moet je stellen om die economie zich te laten ontwikkelen.
  3. Strategische positie: wat is autonomie ons waard, lange/korte termijn afwegingen.

FreedomLab schetst in het rapport een aantal manieren om met deze opgaven aan de slag te aan.  Waarbij het ene uiterste is de economie zijn gang te laten gaan: vraag en aanbod het werk te laten doen. Dan is er kans dat de maatschappelijk aspecten het onderspit delven, maar Nederland zal ook niet mee kunnen komen in het internationale speelveld omdat het te klein is. Als toegang tot de technologie alleen voor de organisaties wordt, die het kunnen betalen, duurzaamheid alleen een rol speelt waar het een verdienmodel oplevert, alleen die ideeën een kans krijgen waarmee winst kan worden gemaakt, dan missen we veel kansen.

Zie hier de presentatie: Arief Huhn – Freedomlab

Interview Prins Constantijn – kansen en uitdagingen op weg naar een digitale economie in 2030

Prins Constantijn bepleit gerichte maatregelen om ondernemers te ondersteunen nieuwe toepassingen en diensten te ontwikkelen. Technologie kan ons helpen, maar is niet leidend en neemt al helemaal niet over. Integendeel: het enige wat zal gebeuren is dat de plaats van iemand die niet met nieuwe technologie kan werken wordt overgenomen door iemand die dat wel kan.

Wel is een digitaal industrieel fundament nodig: onderwijs, opleiding, financiering. Het doel is niet onafhankelijkheid van Nederland of Europa. Immers: de technologiestack is zo complex dat niet de vraag is hoe we onafhankelijk kunnen worden van andere landen, maar hoe we zorgen dat we alternatieven houden om uit te kiezen en dat we niet alleen afhankelijk zijn van anderen, maar anderen ook van ons. Instrumenten om dat te bereiken zijn bijvoorbeeld interoperabiliteit, datasoevereiniteit en organiseren van (Europese) marktmacht. De overheid kan zelf een rol spelen als opdrachtgever: door bij aanbestedingen ook te letten op kansen voor innovatie en kleinere partijen een kans te geven.

Constantijn pleit voor meer aandacht voor uitvoering van beleid. Juist transformatief beleid moet weten hoe de uitvoering werkt. Het zijn niet de plannen die de veranderingen teweegbrengen, maar mensen. Bij startups is vaak niet het business-plan doorslaggevend voor het succes van een bedrijf, maar de persoon. Bijvoorbeeld: bij het oplossen van tekorten in het onderwijs zijn het mensen op de werkvloer die daarmee moeten omgaan en voor wie beleid helpend moet zijn. De overheid moet veel doen om mensen in de uitvoering te motiveren om bij beleid te gaan werken: zoals Obama indertijd deed.

Reactie ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Jos de Groot (Director Digital Affairs & Climate Policy) is blij verrast door de grote belangstelling voor de bijeenkomst en schetst hoe dit symposium bijdraagt aan het beleid dat EZK heeft ingezet. Freedom Lab houdt aan de ene kant een spiegel voor, maar inspireert om aan de slag te gaan. Transformatie lukt alleen als er gesprek plaatsvindt. Terugkoppeling en kritisch geluid is dan essentieel. Hij roept deelnemers op om daar een bijdrage aan te leveren.

Break-out sessie 1 – Digitaal Industrieel Fundament

Deze break-out sessie focuste zich op het verspreiden en verkrijgen van informatie en kennis over het Digitaal Industrieel Fundament. De aanwezigen leverden middels Mentimeter input aan, welke vervolgens door spreker/sessieleider Nitesh Bharosa  – Professor of GovTech & Innovation bij de TU Delft, werd samengevat. Deze samenvatting met 6 aanbevelingen werd vervolgens teruggekoppeld aan dagvoorzitter Roy Tomeij en diende als invulling voor het afsluitende plenaire debat.

Aanbeveling 1: Zet een stip op de horizon, naar wat voor digitale economie willen we toewerken? Daarbij doemen vragen op als: Wat voor digitale samenleving hoort daarbij en welke richting verwachten we voor de komende jaren?

Aanbeveling 2: Wat zijn de voordelen voor het MKB om te gaan investeren in digitalisering? MKB heeft het vaak druk of maar minimaal kunnen investeren in digitalisering. Dus communiceer duidelijk wat de voordelen voor het MKB zouden kunnen zijn als ze wel instappen in de rijdende trein omtrent digitalisering.

Aanbeveling 3: Het innovatie ecosysteem in Nederland is enorm versnipperd, er zijn fieldlabs, campussen, hubs, allerlei innovatieprojecten waar slechts een paar spelers bij betrokken zijn, niemand weet wat de ander doet. Zorg voor verbinding in dit veld, leer zodoende van elkaar.

Aanbeveling 4: Werk samen op het gebied van standaardisatie en interoperabiliteit, als dat er niet is dan is technologie niet echt grootschalig te implementeren. Zorg ervoor dat publiek en privaat, maar ook burgers en MKB gesprekken met elkaar kunnen voeren hierover.

Aanbeveling 5: Sommige MKB gaan snel en hebben geld om te investeren, dat is ongeveer 10% van  het MKB. Denk na over hoe die 10% mogelijk het goede voorbeeld zou kunnen geven aan de rest en de rest mee kan krijgen in die digitalisering. Allicht dat de koplopers de rest mee kunnen nemen naar bijvoorbeeld kennissessies.

Aanbeveling 6: Creëer awareness op de kansen en ook de risico’s van digitalisering en schenk meer aandacht aan het onderwijs, omdat we anders op termijn onvoldoende kennis hebben over de diverse technologieën.

Break-out sessie 2 – Transformatieve digitale economie

Het centrale thema tijdens deze sessie, met Pim Korsten (Researcher & Strategist – FreedomLab) als sessieleider, was: hoe krijgen we de mensen mee, die zich niet associëren met technologie, maar wiens actieve betrokkenheid en creativiteit wel cruciaal is voor het realiseren van de transformatie.

Kennis van hoogopgeleide vrouwen beter benutten

In Nederland blijken dat de competenties en kennis van bijna de helft van de beroepsbevolking onvoldoende wordt benut, aldus een recente analyse van McKinsey: Nederland loopt ver achter op buurlanden wat betreft de rol van vrouwen in de economie. Vrouwen zijn in Nederland vaak hoog opgeleid, maar ze komen terecht op plekken waar die kennis geen rol speelt. De beroepsverenigingen van Nederlandse ingenieurs hebben de handschoen opgepakt en werken nu gericht aan oplossingen: de transformatie van de economie gaat sneller als we ook de kennis van vrouwen benutten.

Mensen op de werkvloer

Mensen op de werkvloer, die aan het begin staan van verandering, worden vaak onvoldoende gehoord/betrokken bij het ontwikkelen van beleid en missen vaak ook de kennis van nieuwe technologie om er mee te gaan experimenteren. Zij zijn degenen die op creatieve manieren technologie in moeten zetten. Hoe zou je bijvoorbeeld onderwijzers, die onvoldoende kennis hebben van technologie, kunnen begeleiden om te kunnen meedenken over hoe ze daarmee de gevolgen van lerarentekorten kunnen verminderen op school.

Boeren die al goed op weg zijn met duurzaamheidsdoelstellingen (het woord ‘circulair’ is beter bleek uit de discussie), een businesscase hebben, maar nauwelijks gehoord worden in de gepolariseerde debatten of aan de kant staan bij het inrichten van experimenteerruimtes.
We leiden veel buitenlandse studenten op, die dolgraag na hun studie in Nederland willen blijven, maar we jagen ze weg omdat ze tegen allerlei problemen oplopen, waar we nauwelijks weet van hebben: bijvoorbeeld omdat ze hier geen huis kunnen krijgen.

Het gaat om oprechte interesse in wat mensen doen en motiveert die aan de bal staan bij het realiseren van onze doelstellingen, wat de drempels zijn waar ze tegen oplopen. We moeten hen motiveren om mee te doen en mee te denken. We moeten werkelijk zien wat beleid doet, real-time. En de resultaten van die informatie moeten onderdeel kunnen worden van dat beleid. Dat betekent vaak het ontschotten van geldstromen, het samenwerken van organisaties die elkaar nu niet zien staan.

Het gevolg van het ontbreken van die kennis van en aandacht voor de uitvoering (de werkvloer) op beleidsniveau is dat problemen en oplossingen vaak worden geanalyseerd in de oude bekende termen: beleidsmakers proberen de soep van nu te eten met het bestek uit een vorig tijdperk.

Break-out sessie 3 – Strijd der Stacks

In de sessie, met sessieleider Geert Lovink, Professor of Art and Network Cultures – UVA,  werden verschillende stacks naast elkaar gezet: een publieke, commerciële, staats-stack.

Denken in stacks helpt ons de grote verbanden te zien: IT is geen gereedschap waarmee we even een probleem oplossen. Het is een stack, een mega-structuur, die zich gaandeweg heeft ontwikkeld zonder bewust planning, maar die helemaal verweven is met ons leven en economie.

Hoe mensen de technologie-stack ervaren is veranderd: het concept van een internet verdwijnt naar de achtergrond en in de ervaring is er geen internet meer maar zijn er platformen, die functioneren met hulp van het internet. Mensen Googelen of zitten op Facebook. Regulering van die stacks is complex: het business-model verbergt zich voor het oog. Veranderingen in maatschappelijke waarden en maatschappelijke functie vinden ongemerkt plaats en de mogelijkheden om daar iets aan te doen zijn beperkt. Ineens blijken mensen zich bijvoorbeeld zorgen te maken over de grote datacentra en het energieverbruik: dat is in de beleving niet gerelateerd aan de alomtegenwoordigheid van de stack.

De reguleringskaders komen nu uit de EU, lopen achter en brengen vernieuwing in het gedrang. Zou Nederland niet met andere gelijkgezinde Europese landen weer invloed kunnen gaan uitoefenen op die Europese beweging?

Paneldiscussie

Met Jos de Groot (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat), Arief Hühn (FreedomLab), Stijn van Butselaar (VNO-NCW), Jacqueline Schardijn (InnovationQuarter), Arie van Bellen (ECP | Platform voor de InformatieSamenleving) & Jeannine Peek (Topsector ICT) en gespreksleider: Roy Tomeij.

Wat vonden jullie inspirerend?

Stijn merkt sterke wil bij bedrijven om te innoveren: een deel vindt z’n weg, maar groot deel heeft moeite die weg te vinden. Dat is de groep die we erbij moeten houden, want bij die groep spelen zaken als inclusie, vaardigheden. Goede voorbeelden zijn erg belangrijk, om te motiveren en te inspireren. En actieve inspanning is nodig om die achterblijvers niet te vergeten.

Jacqueline vult aan dat het belangrijk is om ook buiten Nederland te kijken om kennis en vaardigheden binnen te halen. De mensen die actief zijn in de uitvoering, bij de MKB-er, ook betrekken bij beleid. Help ze bij complexe ethische en juridische vraagstukken.

Arie ziet dat digitalisering vaak niet als kans wordt gezien, maar als bedreiging. Terwijl verdienvermogen, welvaartstaat en digitalisering onverbrekelijk verbonden zijn. Hoe digitalisering verbinding legt tussen de maatschappelijke opgaven en de transformatie moeten we duidelijker maken. En daarbij moeten we ook meer oog krijgen voor de nieuwe mogelijkheden die technologie biedt om problemen op te lossen: vaak wordt geprobeerd met de oude instrumenten de huidige problemen aan te pakken.

Jeanine wijst op het onbenutte potentieel aan creativiteit en kennis dat in de samenleving voor het oprapen ligt. Mensen die vaak zelf niet doorhebben wat ze kunnen of zouden kunnen. We hebben hen nodig om met minder mensen meer te kunnen doen, in bijvoorbeeld zorg, transport en onderwijs. En dan is het schrijnend dat we juist op de opleidingen rond techniek en digitalisering een numerus fixus hebben. Los dat op!

Arief trekt de conclusie dat transformatief beleid veel meer samenwerkingsverbanden nodig heeft. Het beleid moet veel meer open, korte cycli, open source, korte feedback loops. Maak misschien een soort Github rond beleid: waar mensen kunnen meedenken en bijdragen. Maar dat ook overzicht biedt, data worden verzameld en geanalyseerd, creativiteit mobiliseert.

Jos trekt de conclusie dat ontwikkelingen veel sneller gaan dan we denken. Hoe zorgen we dat iedereen mee kan doen, dat is de vraag. Maar we zullen ook moeten accepteren dat er bedrijven afhaken. Dat vergt een integrale visie op economie: waar we sterk en zwak in zijn. Hoe kunnen we de urgentie om te veranderen, die we voelden bij COVID, opnieuw creëren.

Wat gaat er mis in de praktijk?

Digitale innovatie blijkt toch anders dan traditionele innovatie, vooral wat opschalen betreft. Veel startende ondernemers vinden het moeilijk om uit de experimenteerfase te komen en ze lopen vaak op tegen heel specifieke problemen, omdat digitale innovatie vaak allerlei traditionele grenzen overschrijdt. Daar is vaak geen aandacht voor en dan loopt de ondernemer vast. Een pleidooi om meer specifiek te kijken wat de belemmeringen zijn voor een innovatie, of die weggenomen moeten/kunnen worden. Denk aan tijdelijke experimenteerruimtes, vrijstellingen. Maar, om innovatie op te kunnen pakken, voldoende aandacht voor interoperabiliteit en standaarden, de beschikbaarheid over data.

Interessant is om te zien dat Nederland vooral goed is in trust: de ‘trusted digital delta’. Daar zijn voorbeelden wat we goed kunnen.

Wat geven we mee, wat doen we zelf?
Het delen van kennis is een belangrijk punt: neem anderen actief mee, laat zien wat je hebt gedaan. Een belangrijk punt is het besef dat je met IT meer doet dan zaken aan elkaar knopen: het is veel ingrijpender. IT zorgt voor fundamentele veranderingen in waardeketen. Het beeld van IT als ‘saté-prikker’, dat veel wordt gebruikt klopt niet; het suggereert dat de ketens hetzelfde blijven. Mensen leren denken in termen van transformatie is belangrijk.

Een betrouwbare overheid met consistent beleid is belangrijk om ondernemers te laten innoveren en investeren. Die duidelijkheid en weten wat veranderingen betekenen voor bedrijven is belangrijk.

Dat beleid moet helder zijn waar het ontwikkelingen betreft waar bedrijven in mee moeten. Denk aan de maatregelen van Biden om kritieke infrastructuren te beveiligen en quantum proof te maken. Dat zou Nederland ook moeten doen, samen met Europa.