Conclusies
- Nederland is een belangrijke hub, maar verliest terrein aan andere landen die zich actief opstellen t.a.v. zeekabels. De focus van de Zeekabel Coalitie ligt op het behouden en versterken van de Nederlandse hub functie.
- Internationale connectiviteit is essentieel voor een breed scala aan (onderzoeks)organisaties en bedrijven in Nederland
- Nieuwe verbindingen, zoals tussen Europa en Japan, verminderen afhankelijkheid van kwetsbare passages zoals het Suez-kanaal en vergroten onze digitale strategische autonomie.
- Nederland is belangrijke importeur en exporteur van onderzoeksdata, maar heeft een sterke digitale infrastructuur nodig om internationale onderzoeksprojecten te kunnen (blijven) uitvoeren en ondersteunen.
- De Zeekabel Coalitie zet zich in voor nieuwe onderzeese dataverbindingen en werkt samen met een brede groep stakeholders aan het adresseren van diverse uitdagingen rondom zeekabelaanlanding in Nederland.
Samenvatting
Aldert de Jongste (Zeekabel Coalitie / ECP Platform voor de InformatieSamenleving) opende deze, door de Zeekabel Coalitie georganiseerde, sessie. Vervolgens introduceerde Martin Prins (ambassadeur – Zeekabel Coalitie) de cruciale rol van zeekabels voor onze digitale economie. Zeekabels transporteren 99% van het intercontinentale dataverkeer en spelen een sleutelrol in de wereldwijde communicatie. Nederland heeft historisch gezien altijd een belangrijke positie als digitaal knooppunt gehad. Tegelijkertijd raken veel verbindingen verouderd en gaan we de komende jaren van 9 naar slechts 4 actieve onderzeese datakabels. Martin lichtte toe wat de Zeekabel Coalitie doet om de aanlanding van nieuwe kabelsystemen in Nederland aantrekkelijker te maken en beschreef de kansen voor Nederland om aan te sluiten op een nieuw intercontinentaal kabelsysteem genaamd Far North Fiber.
“Het fundament van ons digitaal ecosysteem is afhankelijk van onderzeese datakabels. Als die wegvallen stort het digitale systeem in. Voor mij is het promoten van Nederland het belangrijkste: Nederland is open for business” – Martin Prins, Zeekabel Coalitie
Alexander van den Hil (Internationale Strategie en Beleid – SURF) lichtte toe waarom zeekabels zo belangrijk zijn voor wetenschappelijk onderzoek. Nederland is een grote speler in de wereldwijde uitwisseling van onderzoeksdata, bijvoorbeeld met CERN en JIVE, maar de toenemende concurrentie uit landen als Frankrijk maakt dat Nederland buiten de boot dreigt te vallen bij nieuwe kabelsystemen.
“In Frankrijk staan ze op het strand om die kabels binnen te hengelen en bij ons komt er niks nieuws meer bij. Dat was voor ons een reden om aan de bel te trekken” – Alexander van den Hil, SURF
Stefan Ideler (CIO – i3D.net) illustreerde het belang dat bedrijven hebben bij een sterke digitale hubfunctie. Voor bedrijven in de game-industrie zijn snelle en betrouwbare verbindingen essentieel. Nederland, met zijn sterke connectiviteitsnetwerk, biedt daarom grote voordelen, maar ook voor de toekomst is er actie nodig om de positie als knooppunt te borgen.
Deze sessie illustreerde zo vanuit verschillende perspectieven dat er inzet en samenwerking nodig zijn om Nederland’s positie te behouden. De Zeekabel Coalitie zet zich in om gezamenlijk Nederland als internationale hub te promoten. Nieuwe deelnemers zijn welkom.
“75% van het Europees game verkeer gaat door Rotterdam, omdat er zoveel verbindingen beschikbaar zijn in Nederland” en “Er zijn veel activiteiten waar de Zeekabel Coalitie draagkracht bij nodig heeft en we zoeken nog meer partijen die willen aansluiten. Daarnaast is het zaak om op allerlei plekken in de samenleving het geluid af te geven dat dit een urgent issue is waar we mee aan de slag moeten” aldus Stefan Ideler, i3D.net.
Discussie
Tijdens de discussie kwamen verschillende vragen en invalshoeken op het onderwerp aan bod. Martin beantwoordde vragen over de veiligheid van zeekabels, wat momenteel een actueel onderwerp is, en het tot stand komen van de huidige positie van Nederland in de wereldwijde ranglijst. Er werd ingezoomd op waarom dergelijke kabels nu pas weer gerealiseerd worden, ondanks de lange geschiedenis van zeekabels.
Alexander werd gevraagd naar de rol van Nederland in het Far North Fiber-project (FNF) en wat de obstakels zijn om deze kabel te realiseren. Er was ook interesse in welk type bedrijf betrokken zou moeten zijn bij zulke projecten en wat de rol van de Nederlandse overheid hierin is. Daarnaast werd gesproken over hoe lang zeekabels meegaan en welke factoren bepalend zijn voor de aanleg.
Stefan kreeg vragen over de terugverdientijd van een zeekabelverbinding en of het niet vanzelfsprekend is dat de overheid hierin betrokken is. Er werd ook ingegaan op de strategische autonomie van Nederland, de duurzaamheid en de maatschappelijke impact van zeekabels. Zo werd er uitgelegd dat onderzeese datakabels aanzienlijk minder milieu impact hebben dan verbindingen over land. Tot slot werd een dialoog gevoerd over het belang van Europese samenwerking is en de verhouding met de strategische belangen van andere landen zoals Frankrijk. Deze discussies reflecteerden de complexiteit en veelzijdigheid van het onderwerp.