Kwart Nederlandse jongeren heeft ervaring met sexting Leidschendam, 6 februari 2017 – Snapchat is het sexting-medium onder Nederlandse jongeren. Dit blijkt uit recent onderzoek onder jongeren van 12 tot 17 jaar in het kader van Safer Internet Day (7 februari). Maar liefst 76,1% van de naaktfoto’s of foto’s in ondergoed wordt verstuurd via dit medium. Ook WhatsApp (47,8%) en Facebook (9%) zijn populair. Dat dit soort beelden het vaakst worden gepost op Snapchat is niet geheel verwonderlijk, want jongeren zien Snapchat als het meest persoonlijke sociale netwerk. Foto’s worden op Snapchat niet automatisch op internet opgeslagen, waardoor het medium onterecht veilig lijkt voor sexting. Meisjes doen iets vaker aan sexting dan jongens. “Vooral onder jongeren in de leeftijd 12 tot 17 jaar kan sexting voor grote problemen zorgen,” zegt Marjolijn Bonthuis, Safer Internet Centre Nederland. “Dat Snapchat zo populair is, komt mede doordat de gebruikers denken dat hun foto of bericht binnen no-time verdwenen is. Uit Snapchat misschien, maar daarbij wordt vaak vergeten dat een screenshot snel gemaakt én verspreid is. Zo kan een pikante foto die je voor je vriend of vriendin maakte je nog jaren blijven achtervolgen”. Bijna een kwart (23%) heeft wel eens een naaktfoto of foto in ondergoed ontvangen. Meisjes ontvangen vaker ‘sexts’ (24,5%) dan jongens (21,6%). Zij doen zelf ook iets vaker aan sexting: 7,1% van de meisjes tegenover 5,5% van de jongens tussen 12 en 17 jaar heeft wel eens een naaktfoto of foto in ondergoed naar iemand gestuurd. Praten helpt Uit het onderzoek dat de Universiteit van Amsterdam in opdracht van Kliksafe uitvoerde blijkt dat ouders veruit de belangrijkste informatiebron (77,2%) voor jongeren zijn als het gaat om online risico’s. “Als er thuis veel over het onderwerp wordt gesproken, werkt dat risico-verlagend,” zegt Bert Jan Peters, directeur van Kliksafe. “Hierbij blijken vragend en belangstellend informeren (“Vertel eens…”) en een wederzijds gesprek (samen afspraken maken) aanmerkelijk beter te werken dan eenrichtingsverkeer (met opdrachten en preken) en onderhandelen (“Als jij dit doet, mag je dat”)”. De meerderheid van de ouders kiest voor de constructieve eerste twee manieren van communiceren. In Nederland bespreekt 93% van de ouders het internetgedrag van hun kind(eren) en 65,1% heeft het specifiek over sexting. Na roken geven ouders over dit onderwerp de meeste voorlichting. Sexting is dom De bewustwording van het risico op verspreiding van ‘sexts’ is aanzienlijk toegenomen. Uit de nieuwe cijfers blijkt dat 9 op de 10 jongeren verwacht dat de beelden verder verspreid worden, terwijl 64% dat zeker weet. Vorig jaar wist slechts 10% dit zeker. Volgens driekwart van de jongeren (74,5%) sturen leeftijdsgenoten seksueel getinte foto’s vooral door naar anderen om zelf cooler of populairder te lijken. Maar ruim de helft van de jongeren (52,2%) vindt leeftijdsgenoten die aan sexting doen dom. Tegelijkertijd is het niet zo dat een jongere van wie een pikante foto circuleert altijd wordt verstoten door zijn of haar vrienden. In tegendeel, jongeren steunen elkaar. Bijna 7 op de 10 jongeren geeft aan dat hun vrienden op hun steun kunnen rekenen als er een naaktfoto van hen op internet zou circuleren. Over het onderzoek Op 7 februari 2017 is het Safer Internet Day. Op deze jaarlijks terugkerende dag wordt in meer dan 100 landen wereldwijd aandacht gevraagd voor veilig internetgebruik door jongeren. In het kader van deze dag zijn twee onderzoeken uitgevoerd. Het onderzoek ‘Jongeren en online-veiligheid. Over risicovol mediagebruik en de rol van ouders’ (onder 1.252 jongeren tussen 12 en 17 jaar) is een initiatief van Kliksafe (in samenwerking met dr. Annemarie van Oosten van de Universiteit van Amsterdam). Het onderzoek ‘Safer Internet Day 2017: Sexting onderzocht’ (onder 1.019 jongeren van 12 tot en met 17 jaar – en 1.088 ouders) geeft een beeld van hoe jongeren en ouders over sexting denken. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Safer Internet Centre Nederland, onderdeel van ECP | Platform voor de Informatiesamenleving.
06-02-2017